Column Luc
Column Luc Foto: Wil Feijen

Column Luc: Deurbel

Column Column

Het was een rustige zaterdagochtend, ik zat op de bank wat te lezen. De deurbel klingelde, vriendelijk doch aandringend. Wie zou dat zijn, op zaterdagochtend? Door het wazige glas in de voordeur zag ik niet meer dan twee silhouetten, oudere dames zo te zien. Ik hoefde niet te vrezen voor een overval, hoewel het me aannemelijk leek dat ze me een paar euro lichter wilden maken, voor de een of andere collecte.

Even overwoog ik niet open te doen. Niet dat ik geen geld heb, of het niet aan een goed doel wil geven, ik heb alleen niet zo’n zin in het verhaal eromheen. Je bent al gauw tien minuten verder, voordat ze een keer ter zake komen. Tijd is kostbaar, zeker op een vrije zaterdagochtend. ‘Goedemorgen’, zeiden de dames vrolijk, toen ik toch maar opendeed. De nieuwsgierigheid won het van de tijdgierigheid. ‘We willen u uitnodigen voor een bijeenkomst over liefde’. Gezien de leeftijd van de dames wekte dat niet echt mijn belangstelling op, hoe lief en vriendelijk ze verder ook waren.

Mijn oog viel op het pamflet dat een van de dames in de hand had. ‘Jehova’s getuigen’ las ik, in grote letters. Hun boodschap was meteen aan mij verloren. ‘Wij hebben geen belangstelling’, zei ik. Tot mijn niet geringe verbazing namen de dames genoegen met deze afwijzing. Ik had gehoord dat Jehova’s getuigen zich niet zomaar af lieten schepen, en snel hun voet tussen de deur zetten, voordat je hem dicht kunt doen. Wellicht waren ze murw gebeukt door de afwijzingen van mijn buren, verderop in de straat. Terwijl de twee dames die bij ons aan de deur kwamen deze kant van de straat verder afwerkten, zag ik twee andere, eveneens zedig geklede dames de andere kant oplopen. De overburen waren dus ook al aan de buurt geweest. Even later zag ik de dames naar de voordeur van onze buren lopen, om even later onverrichterzake verder te moeten gaan. Eén van de twee liep met een elleboogkruk, dat had ik eerder niet gezien. Ook toen mijn lief en ik even een wandeling gingen maken, zag ik een stel zielenwervers lopen.

Het was een invasie, ze waren overal. God komt naar je toe, deze zomer. Het is best lief van deze oude dames om zich zorgen te maken over mijn zielenheil, het juiste pad naar God is moeilijk te vinden. Sla mij de volgende keer toch maar over.

Gods wegen zijn mysterieus, blijkbaar leidt die langs mijn deurbel.