Afbeelding

VAN DIE DINGEN...

Algemeen

BLOEMLEZEN
Dat doe ik geregeld: staand aan het keukenblok grasduinen door kranten, tijdschriften, blaadjes, folders. Geen hobby, maar een gewoonte. Hoewel niet hetzelfde, geeft het me een beetje het gevoel of ik aan een bar hang. Want ik stel me zo voor dat je dan ook van alles hoort èn ziet. Veel onzin natuurlijk maar ook van die dingen die soms - even - tot nadenken stemmen en for the time being je op andere gedachten brengen. Een kleine bloemlezing.
Zo las ik terwijl de ballen gehakt in de pan langzaam gaar sudderden, dat we allemaal weten dat we doodgaan, maar we daar meestal niet naar handelen. We rommelen maar wat aan en laten de dagen voorbij glijden. Het probleem is dat we denken dat we tijd hebben. Pas in de schaduw van de dood zien we het leven soms even zoals het werkelijk is: een magistraal akkoord zonder begin of einde, waar wij met onze kleine mensenlevens alleen even doorheen dwarrelen als stofjes in een baan van zonlicht. Wat doen we met die korte tijd? Tja, daar heb ik niet één, twee drie een antwoord op. Maar ik vond het wel een aardige vergelijking.
Ook schrijver en directeur van de Taalkliniek (taalkliniek.nl) Jan Kuitenbrouwer verraste me de afgelopen week met zijn constatering. Nee, ik had er niet eerder zo naar gekeken, maar toen ik het las, dacht ik: je hebt nog gelijk ook. Want inderdaad in het gesprek over vluchtelingen worden opvallend vaak 'watermetaforen' gebruikt. 'Instroom', 'uitstroom', we worden 'overspoeld' door een 'vloedgolf'.
Mark Rutte en Halbe Zijlstra hebben het over 'absorberen' van vluchtelingen terwijl Geert Wilders, die niet vies is van de overdrijving, de immigratie graag vergelijkt met een 'tsunami'. Zou ons taalgebruik dan toch bepaald worden door onze geografische positie van 'landje aan de zee'? Tja, ook daar heb ik niet één twee, drie een antwoord op maar er zit misschien iets in.
De grootste verrassing in dit verband las ik echter de afgelopen weken in De MooiSonenBreugelkrant van 13 januari jl. Ik heb het over de open brief van Dorpsvisie- voorzitter Frits Helders aan meneer Hans Spooren. Laatstgenoemde, zo begreep ik, is van de tegenpartij, die van Dorpsbelang dus.
Nee, ik heb het niet over het verwijt van de heer Helders aan meneer Spooren dat hij zelden of nooit gespot wordt 'bij de vele evenementen en verenigingen die ons dorp rijk is'. Want dat doet er in dezen niet toe. En ook niet over het pleidooi waarin hij het opneemt voor die, en dat is dan weer jammer, niet met name genoemde wethouder. Fouten zijn menselijk, maar deze wethouder treft geen enkele blaam. Aldus Helders. Hoewel het niet helemaal duidelijk werd, of misschien wel helemaal niet, begreep ik 'dat we onze handen zelfs mogen dicht knijpen met zo'n wethouder'. Nogmaals, daar wil ik het dus allemaal niet over hebben.
Waar ik het wèl over wil hebben is de Messiaanse belofte in deze open brief. Ik zal waarschijnlijk horende doof en ziende blind zijn geweest, maar ik wist niet dat degene die 'een antwoord heeft op de grote maatschappelijke vraagstukken van deze tijd' al onder ons is. Zelfs gewoon in Son & Breugel woont.
Dorpsvisie blijkt namelijk een fractievoorzitter te hebben met een zodanig grote expertise op sociaal gebied dat hij, Frits Helders, haar aangeraden heeft te solliciteren op een baan in Den Haag 'zodat verdere debacles op dit gebied voorkomen zullen worden'.
Kijk, dat vind ik dan wel weer schattig, ontroerend bijna, dat je zo sterk gelooft in je eigen vrouw.
Carli Paulini