Afbeelding

Een ongelofelijk verhaal - fictie of een bizarre gebeurtenis?

Human Interest

Son en Breugel - onlangs hield mijn goede vriend Paul een groot feest ter ere van het feit dat hij zestig jaar geworden was. "Gaaf hè baffel (zo noemden we elkaar destijds)," zei hij bij mijn binnenkomst: "Ik heb alles uitbesteed vanavond, behalve de ontvangst van jullie originele cadeaus." Met zijn spontane knipoog, zei hij trots: "Lees verder in de flyer van het Event bureau, wat er te doen is vanavond, have a good time tonight en ik 'sie joe leter'." 

Door: Arjen Strik

Inderdaad was het een bijzonder feest, ik keek mijn ogen uit. Zowel binnen als buiten, in de mooi gedecoreerde en verlichte tuin was van alles te doen. Er was exclusief eten, aparte hapjes, een BBQ met een varken aan het spit. Bijzondere drankjes; een witte martini mét olijf, een glaasje kir of een authentieke punch. De bediening was in handen van zijn buren, een gezellige Roma-familie die extravagant uitgedost je vanzelf al in andere sferen bracht. 
Er was van alles te doen: smartlappen zingen, hoelahoep, vingerverven, stoere verhalen vertellen, Twister, Rock & Roll dancing, tarotkaarten lezen en foute sprookjes uit Duizend-en-één-nacht.

Rad van fortuin
Ik kwam terecht in de tent 'Stoere Verhalen Vertellen'. Als correspondent leek het me interessant om nieuwe verhalen te horen. We zaten met zijn zessen in een schaars verlichte partytent op loungestoelen rond een tafeltje met een verticaal rad van fortuin met een grote pijl. De begeleidster legde de spelregels uit. Ze zou de pijl een draai geven en diegene waar de pijl op richtte mocht een ongelofelijk verhaal vertellen van ongeveer 10 minuten. We waren benieuwd en de spanning kwam langzaam de tent binnen geslopen. "Een, twee, drie, daar gaat ie." Ze gaf een slinger aan het rad. Ratelend kwam de slinger tot stilstand en heel langzaam wees de pijl naar mij. Shit, ik was de klos. Even denken hoor. Ik schraapte mijn keel, ging rechtop zitten en vertelde een oud verhaal over een ervaring opgedaan tijdens het carnaval in Oeteldonk.

Een ongelofelijk verhaal
Lang, lang geleden, nog ver voor de tijd van de smartphone en digitaal betalen, wilden Twan, die ik nog kende van de middelbare school, en ik carnaval vieren in Oeteldonk. Ik woonde destijds in Den Bosch en carnaval aldaar was iets wat je niet mocht missen. We verkleedden ons allebei als Ambulance Broeders, compleet met bloederige applicaties.
Maar de voorpret was leuker dan de realiteit. Het was koud die avond met lange rijen voor de kroeg. Eenmaal binnen stond je als haringen in een ton en een biertje bestellen was een hachelijke onderneming. De vooraf gedroomde vrouwenjacht liep ook al op niks uit en rond een uur of één besloten we terug naar huis te lopen. In de Hinthammerstraat zagen we plots voor ons een man waggelen en struikelend voorthobbelen. We wilden hem net passeren toen hij ter aarde stortte. Het leek wel een slow-motionactie waarbij snippers papier in de lucht dwarrelden en hem feestelijk drapeerden, al was het een vooraf ingestudeerde circus-sketch. Geschrokken hielpen we hem op de been. "Waar woon je," vroeg Twan. Inmiddels ruimde ik het papier op en zag tot mijn verbazing dat dit bankbiljetten waren in coupures die ik nog nooit in mijn portemonnee had gehad. Ook lagen er tientallen blauwe mapjes op het trottoir, waarop 'Spaarbrieven aan toonder' gedrukt stond. Zo'n bizarre vondst had ik nog nooit van de straat geraapt. Hij woonde in de buurt, dus we begeleidden hem maar naar huis. Het moet een koddig gezicht zijn geweest twee ambulance broeders met tussen hen in een strompelende oude man. Eenmaal bij hem thuis aangekomen, plaatsten wij hem op de enige stoel in de spaarzaam ingerichte huiskamer."Je lijkt wel gek dat je zoveel geld meeneemt als je carnaval gaat vieren," zei Twan enigszins vermanend. "Voor het zelfde geld word je beroofd en ben je alles kwijt." "Beroofd, beroofd, bende mal", zei de oude man, die weer enigszins bij zijn 'qui-vive' kwam. "Ik neem dat geld mee zodat, als ze hier inbreken ik nog wat geld heb," lichtte hij toe. "Ik heb nog veel meer geld hoor," zei hij poenerig. Ongevraagd trok hij een kasje open dat vol stond met schoenendozen. Hij nam een doos op schoot en toonde ons lachend de inhoud, die bestond uit bundels bankbiljetten. Er stonden wel zes van die dozen in de kast. "Hoe kom je aan zo veel geld," vroeg ik verbaasd. 'Sparen, jochie, gewoon sparen," zei de vrek met een serieus gezicht. "Ik heb geen wijf, die handen vol geld kost en geen kinderen die je leeg bedelen. Koken doe ik nooit, ik eet alleen maar brood en dagelijks een vitaminepilletje. Ik spaar zo al 35 jaar, dat is mijn hobby," zei hij lachend. "Waarom zet je geld niet op de bank," vroeg Twan enigszins verbijsterd. "Als je huis af fikt, ben je alles kwijt." "Bij de bank werken alleen maar schoften die op je geld uit zijn. Nee hoor, ik wil mijn geld kunnen voelen," zei de oude geldduivel. Verbouwereerd namen we afscheid. "Je hebt mazzel, dat wij geen kwade bedoelingen hebben, " zei ik bij het weggaan. "Hoezo," zei de gierigaard. "Jullie zijn toch ziekenbroeders!" 

Afbeelding