Afbeelding
Foto: Pixabay.com
Column Lucky Luc

Op jacht

Column

Zachtjes sluipt hij door het gras, op zoek naar zijn prooi. Een lekker hapje, om zijn eeuwigdurende honger te stillen. Een honger, die niet te stillen is.

Al zijn zintuigen zijn gescherpt, niets ontgaat hem. Ieder geluid, iedere beweging valt hem op. Ieder geurtje snuift hij op, in de hoop die zoete, bedwelmende geur van zijn prooi te proeven. Een geur, die hem vertelt dat zijn prooi er is. En waar zij is.

Het is niet een honger die eenvoudig te stillen is. Niet alles is geschikt, niet alles kan zijn honger stillen. Hij is uiterst kieskeurig, wat dat aangaat.

Dat was niet altijd zo. Vroeger, toen de honger veel erger was, toen er sprake was van hongersnood, toen greep hij alles aan wat hij maar kon.

Vreemd genoeg maakte dat de honger alleen maar erger. Hoeveel hij het ook probeerde, wat hij ook probeerde, het vulde niet. Het bleef niet kleven, het vervloog, als pure alcohol.

Steeds leger voelde hij zich, steeds hongeriger. Steeds wanhopiger werd hij ervan. Uiteindelijk was hij het niet die zijn prooi vond, zij vond hem. En liet niet meer los. Gelukkig maar! Het zoeken, de honger, ze waren voorbij. Voorgoed verleden tijd.

Dus sluipt hij weer op kousenvoeten door het huis, in zijn fantasie is hij omgeven door manshoog olifantsgras. Op zijn hoede, want er zijn meer jagers op pad. Je weet maar nooit waar die naar op zoek zijn.

Dan ziet hij zijn prooi, een stukje verderop. Ze heeft hem niet in de gaten. Zachtjes sluipt hij naderbij. Als hij dichtbij genoeg is, slaat hij toe. Hij neemt een grote sprong, even is er de spanning. Heeft hij wel goed getimed, en goed gemikt?

Ja! Hij heeft haar te pakken. Zachtjes en teder neemt hij haar in zijn armen en knuffelt haar overal. Hij kust haar teder, een kus die een eeuwigheid lijkt te duren.

Deze jager heeft zijn prooi gevonden, hij zal haar nooit meer loslaten.