•	Tekening van de algemene begraafplaats met het graf van het echtpaar Van Hoven-Van Heusden door Ids Wiersma, 1926. In de tekening zijn de portretten van het echtpaar geprojecteerd. (74831)
• Tekening van de algemene begraafplaats met het graf van het echtpaar Van Hoven-Van Heusden door Ids Wiersma, 1926. In de tekening zijn de portretten van het echtpaar geprojecteerd. (74831) Foto: Ingezonden

Het herenhuis van Son: Weemoedige herinneringen (Deel 6, slot)

Algemeen Heemkunde

Son en Breugel - Vanaf 1837 woonden Samuel van Hoven (burgemeester, secretaris en notaris van Son en Breugel) en zijn vrouw Wilhelmina Jacoba van Heusden in het grootste herenhuis van Son, nu bekend als Dommelstraat 12. Toen Samuel in 1869 stierf, bleef zijn vrouw er tot haar dood in 1895 wonen.

Kleinkinderen van het echtpaar Van Hoven-Van Heusden hebben hun herinneringen aan het huis en zijn bewoners in 1935 op papier gezet. Het volledige verslag is gepubliceerd in ons tijdschrift "Heem Son en Breugel", 1991, nr. 1. Dit stukje gaat over de weemoed waarmee wordt teruggekeken op de jaren in Son. Het zijn letterlijke citaten uit het verslag. De kleinkindere waren net als hun ouders en grootouders protestant en goed opgeleid. In Son bevonden ze zich in een bijna volledig katholieke boerengemeenschap.

Mijn vader (= A.F. Holleman) heeft Son, waar hij zijn "vrouwke" zoo als hij placht te zeggen, vandaan haalde nooit vergeten, ieder jaar keerde hij er terug, toen hij in Den Haag woonde, in het eerst had hij er nog hei en bosch maar later toen alles verkocht was, kwam hij er toch ieder jaar weer met zijn auto, en dan moest de chauffeur 3 maal om het raadhuisje rijden en grootmoeders huis werd niet vergeten, het ziet er van buiten nog net eender uit als zoo als wij het gekend hebben, alle ramen met kleine ruitjes, mijn vader ontroerde dat steeds weer. Vader heeft moeder, die maar 55 jaar geworden is diep betreurd en nooit vergeten, mijn hele leven lang heb ik nooit een gelukkiger paar gezien en bijgewoond.

Toen grootmoeder haar einde voelde naderen, verzocht ze vader om haar te laten begraven in Son, waar ze bijna al haar huwelijksjaren en tot het laatst toe gewoond heeft, en wel op de algemeene begraafplaats die er volgens de wet zijn moet maar die bestond uit een stuk hei waar geen sterveling lag behalve een paar zelfmoordenaars die niet in gewijde aarde mochten liggen volgens de Roomsche kerk. "Maar moeder", zei mijn vader, "waarom niet in Nuenen op de Pritestantse [zo spraken de autochtone Sonnenaren blijkbaar 'Protestantse' uit] begraafplaats, ge zult hier zoo eenzaam liggen en jongens zullen oe graf molesteren". "Neen Holleman, de jongens zullen mij niks doen, ik ben altijd veel te goed voor ze geweest en ik ben zoo moe, zoo moei! Ik wil zoo graag dat er niet meer met me gesold wordt, ge moet me dat beloven". Zoo is het gebeurd, grootmoeder ligt er geheel alleen op de hei. Ter eere van het geschenk dat mijn vader voor het vernieuwde raadhuis gaf heeft de gemeente de zogenaamde "algemeene" begraafplaats wat opgeknapt, er is een ijzerdraad om het terrein gespannen, een hek is er voor gekomen en van het hek naar het graf is een voetpad gemaakt.

Daar ligt nu het oude grootmoedertje, ze is 96 jaar geworden, er staan wat dennen bij haar graf en het is er verheven rustig, ver van de weg, met ook daar reeds auto's en karren. In de verte ziet men het torentje van Son en enkele bomen verbergen de daken der huizen, een ideaal plekje waar men alleen het ruischen van de dennen hoort en waar men graag verwijlt in herinnering aan haar die zoo veel voor haar kinderen en kleinkinderen is geweest en die wij zoo hartelijk lief hadden. Toen ook het huis verkocht moest worden, werd het graf van grootvader uit de tuin van zijn huis waar hij in 1869 begraven werd, opgedolven om het stoffelijk overschot bij grootmoeder op de hei te leggen. Mijn vader was bij de opening van het graf tegenwoordig en vertelde ons dat het niets meer bevatte dan enkele beenderen, een hoopje asch en grootvaders zijden kalotje, het alles kon in één hand samen gevat worden. De luchtige zandgrond had hier voor onze oogen het "asch zijt gij en tot asch zult gij wederkeeren bewaarheid.

Son is wel veranderd de laatste jaren. De wegen zijn er verhard, het kanaal door de Bestsche hei en het dorp hebben er een ander karakter aan gegeven. Maar onze herinnering aan het oude Son en onze lieve grootmoeder kan er niet door weggenomen worden.

Stuur uw reacties naar Frans Wilbrink (e-mail: secretaris@hkksonenbreugel.nl; tel. 0499-473049).