Afbeelding
Foto: ©Heemkundekring Son en Breugel

Heemkunde: Intronisatie van het Heilig Hart van Jezus (deel 1)

Algemeen Heemkunde

Son en Breugel - De verering van het Heilig Hart van Jezus in de Katholieke Kerk is terug te voeren op een visioen dat de non Margareta-Maria Alacoque op 6 juni 1657 kreeg in Paray-le-Monial in Frankrijk.

In het visoen werd haar verklaard dat voortaan op vrijdag na het octaaf van Sacramentsdag een feestdag ter ere van het Heilig Hart van Jezus zou dienen te worden ingesteld. Vanaf dat moment stortte Alacoque zich met alle energie die in haar was, op de verspreiding van de devotie tot het Heilige Hart. Aan het begin van de twintigste eeuw kreeg deze verering een nieuwe impuls door Pater Matteo. Na zijn wonderbaarlijke genezing in 1907 rijpte bij hem het plan om alle mensen te gaan aansporen om hun huisgezinnen toe te wijden aan het Goddelijk Hart. De pater noemde dit intronisatie (= een troon oprichten voor). Vanaf dat moment trok pater Matteo de wereld rond om zijn boodschap te verkondigen. De kerk ging hier maar al te graag in mee omdat door de secularisering van de maatschappij vele mensen het contact met de kerk dreigden te verliezen.

De boodschap van Matteo bereikt ook de katholieken van Nederland. Naast de verering van het Heilig Hart van Jezus in de gezinnen (waarover later meer), ontstaat er een ware hype in de oprichting van Heilig Hartbeelden. Iedere zichzelf respecterende parochie moest en zou in de openbare ruimte een groot standbeeld van Christus hebben. De beelden waren niet aan te slepen en beeldhouwers maakten overuren. In Son en Breugel was de parochie van Sint Petrus' Banden de eerste die een H. Hartbeeld ging realiseren. Een comité ter voorbereiding van het 25-jarig priesterfeest van pastoor Van Esch in 1925, kwam op het idee de pastoor als feestgeschenk een H. Hartbeeld te geven. Enkele rijke en vrome Sonnenaren kwamen het comité financieel te hulp. Naast giften van vele parochianen waren het vooral de dames Maeyer, eigenaren van De Zwaan, die een aanzienlijke som geld schonken voor de aanschaf van het beeld. Het perceel waarop het beeld zou komen staan, lag tegenover de pastorie (waar nu het Raadhuisplein ligt) en werd ter beschikking gesteld door Gerardus en Petronella van de Ven. Het terrein zou voortaan H. Hartplein worden genoemd. Op dinsdag 9 juni vierde pastoor Van Esch zijn 25-jarig priesterfeest en vond de onthulling plaats van het H. Hartbeeld. De intronisatie van het beeld vond ruim een week later plaats op zondag 21 juni 1925. Het beeld was ontworpen en gemaakt door het in onze regio zeer bekende atelier Jan Custers uit Stratum (Eindhoven). Op de sokkel van het beeld stond te lezen: "VERTROUWVOL WYDT ZICH SON AAN JESUS H.HART".

Het dagblad de Eindhovensche en Meierijsche Courant (EMC) publiceerde in de editie van 27 juni een uitvoerig en jubelend verslag van de gebeurtenissen op 9 en 21 juni. Maar zo mooi als de krant het beschreef, was de intronisatie niet verlopen. Tijdens de plechtigheid had een aantal jonge boeren zich hinderlijk gedragen door in een aangrenzende herberg herrie te maken. De jonge boeren lagen overhoop met de burgemeester en de pastoor (resp. voorzitter en geestelijk adviseur van de NCB). De jonge boeren meenden dat burgemeester en pastoor hun oren te veel lieten hangen naar de oudere, conservatieve  boeren. Het meningsverschil ging in eerste instantie over de inzet van een tweede fokstier naast de al enige jaren in gebruik zijnde. Maar in feite was het de klassieke strijd tussen jong en oud, tussen vernieuwen of vasthouden aan het bestaande.

Het H. Hartbeeld was jarenlang een markant herkenningspunt voor reizigers die van Eindhoven richting Nijmegen en vice versa gingen. In de jaren 60 bij de reconstructie van de doorgaande weg is het beeld verdwenen. Waar het was gebleven, was harenlang onbekend. Echter in 2008 verklaarde beeldend kunstenaar Theo van Amstel, die vlak tegenover het beeld in de Kerkstraat had gewoond, in een interview dat hij het beeld in zijn bezit had gehad maar het beeld in stukken had gekapt omdat hij naar België ging verhuizen en hij het moeilijk in zijn geheel mee kon nemen. Wordt vervolgd. In deel 2 en 3 volgt het volledige verslag van de gebeurtenissen op 9 en 21 juni 1925 zoals afgedrukt in de EMC. In deel 4 volgt een verslag van de intronisatie in Breugel.