Afbeelding
Foto: Wil Feijen

Column Judith: Verbinding

Column Column

Son en Breugel - Al vanaf het eerste moment dat hij bij ons woont, houdt hij afstand. Voorheen heeft hij al aangegeven dat het voor hem niet zo nodig meer hoeft. Hij wil echter wel zelf regie houden. Zijn steun en toeverlaat is zijn lieve echtgenote. Vrijwel dagelijks bezoekt ze hem. Samen doen ze dan een middagdutje op zijn kamer. Er wordt nagenoeg geen woord gesproken en toch is de verbinding voelbaar.

De afstand die hij creëert, maakt het voor ons moeilijk om contact te krijgen. En dan is er ineens een slot op ons verpleeghuis. Zomaar ineens. Vanwege corona. Om hem te beschermen. En om haar te beschermen. Ook al willen ze dat allebei niet. 

Elke dag fietst ze voorbij, stopt bij zijn kamerraam en zwaait naar hem terwijl hij in zijn luie stoel ligt. Op sommige dagen zwaait hij terug; op andere dagen reageert hij nauwelijks. 

Vandaag is ze jarig. Ze wordt 85. Voor de medebewoners van haar man heeft ze worstenbroodjes gekocht. Eigenlijk heeft ze ze vooral voor hem gekocht; hij is er namelijk gek op. Niet met tegenzin maar wel met moeite eet hij, met hulp, zijn broodje. Zoals altijd fietst ze voorbij en staat ze bij zijn raam te zwaaien. 

Hij reageert niet. Ik zet het raam op een kier zodat ze elkaars stemmen kunnen horen en probeer hem wakker te maken. Helaas zonder resultaat. Ze huilt en zegt: ‘Laat hem maar, zuster. Hij is zo moe.’

En tegen hem mompelt ze: ‘Tot morgen, lieverd. Ik hoop dat je er dan nog bent.’