Monique van Zwieten
Monique van Zwieten Foto: Wil Feijen

Door corona belemmerd worden in uitvoeren taak als raadslid

Algemeen Algemeen / Son & Breugel

Son en Breugel - Tijdens de coronacrisis vonden de commissie- en raadsvergadering online plaats. Veilig via het beeldscherm communiceren, omdat fysiek contact niet mogelijk was in verband met de intelligente lockdown. Tijdens de lockdown werden voornamelijk ouderen en kwetsbaren beschermd. Nu, met de nieuwe versoepelingen, zijn een aantal maatregelen aangepast en mag er weer fysiek vergaderd worden. Maar wat als je tot de kwetsbare groep behoort?

Redacteur: Emmy Grit
Fotograaf: Wil Feijen

Monique van Zwieten, fractievoorzitter D66 Son en Breugel, behoort als longpatiënt tot de kwetsbare groep. Ze vertelt: “Tijdens de lockdown heeft iedereen begrip en respect voor de kwetsbare groep. Nu is er een versoepeling en nu lijkt het net alsof alles weer gewoon is en dat er geen kwetsbare groep meer bestaat. Tijdens de lockdown ben ik, zoveel als mogelijk, alle contact uit de weg gegaan en dat blijf ik de komende tijd ook nog doen omdat het coronavirus nog niet weg is en mijn gezondheid ongewijzigd is. Wel of geen lockdown maakt voor mij geen verschil.”

Digitaal vergaderen
Tijdens de coronacrisis is er veel veranderd. Een van de grote veranderingen is natuurlijk de manier van vergaderen. De vergaderingen werden digitaal gehouden. Monique: “Eerlijk is eerlijk, persoonlijk vond ik het reuze meevallen en het was voor mij goed te volgen. Digitalisering is iets wat de toekomst heeft en het is goed dat we er in elk geval mee konden oefenen.”

Wereld zag er anders uit
Monique kijkt terug naar de afgelopen maanden. Vanaf het moment van de lockdown zag haar wereld er anders uit. “De eerste weken hebben mijn kinderen de boodschappen voor de deur gezet. Ik liet mijn honden uit, het liefst op tijden waarvan ik wist dat ik weinig tot geen mensen tegen zou komen. Kwam ik ze wel tegen, dan liep ik steevast een andere kant op.” Wegens bepaalde ziekteverschijnselen is er bij Monique ook een coronatest afgenomen. Het bezoek aan een coronaspreekuur is er eentje dat je nooit meer vergeet. “Ook al weet je dat jouw symptomen wijzen op dat wat je altijd hebt, het ondergaan van de test maakt dat je jezelf heel ‘unheimisch’ gaat voelen. Wat als ik het heb, en stel dat ik dan iemand heb aangestoken. Geloof me, de 36 uur die ik uiteindelijk moest wachten op de uitslag waren hele bizarre uren. Gelukkig was de test negatief. Ik dacht het al, maar je weet het eigenlijk nooit zeker.”

Meer bewegingsruimte

Uiteindelijk breekt de tijd aan dat iedereen losser wordt, ook binnen het gezin van Monique. Ze ziet af en toe haar kinderen, maar ze houden nog steeds afstand van elkaar en geven geen knuffel. Als niemand van hen verkouden is, ziet ze haar kleinkinderen ook weer. “Voor de tweede keer oma worden in coronatijd is best wel apart en een verhaal op zich.” Nu de versoepeling een feit is, wordt de roep om fysiek te gaan vergaderen steeds sterker. “Ik voel de druk”, vertelt ze enigszins bezwaard. “Natuurlijk wil ik ook graag fysiek vergaderen en de mimiek van mijn collega’s zien. Ik wil ook graag een vraag kunnen stellen op het juiste moment en niet nadat ik mijn naam in een chat heb ingetikt. Ik wil net zo graag als al die anderen, maar dat kan niet. Door mijn ziekte is het voor mij nog onmogelijk om fysiek in contact te komen met anderen. Niets is belangrijker dan je gezondheid.”

Te vroeg
“Eerdaags staat er voor mij een afspraak bij de longpoli gepland. Ik ben opgebeld dat mijn fysieke bezoek omgezet gaat worden naar een telefonische afspraak. Ik word weer met de neus op de feiten gedrukt. Het is nog geen tijd om met twintig mensen fysiek te vergaderen, het gevaar is nog steeds daar en het heet corona. Toch kiest het overgrote deel van de raadsleden ervoor om fysiek te vergaderen. Wanneer ik dat wil, mag ik thuisblijven en mijn bijdrage schriftelijk aanleveren. Dit is voor een commissievergadering een optie, voor de raadsvergadering niet. Het betekent namelijk dat ik geen stemrecht heb. Op deze manier kan ik mijn ambt als raadslid niet goed uitvoeren. We willen allemaal dat het coronavirus voorbij is, maar er is een groep mensen die altijd voorzichtig zal blijven. Daar behoor ik ook bij. Laten we met zijn allen hopen dat er snel een vaccin zal worden gevonden, waardoor we wellicht opgelucht kunnen gaan ‘ademhalen’.”