Judith Curfs
Judith Curfs Foto: Ingezonden

Column Judith: Dialect

Algemeen Column

Son en Breugel - Een gecompliceerde heupfractuur... het zal je maar overkomen als je al ver voorbij je 90e levensjaar bent. Na een verblijf op de revalidatie-afdeling wordt ze bij ons opgenomen. Aan de stand van haar been is te zien dat dit nooit meer helemaal goed zal komen. Toch is ze optimistisch en wil ze zoveel mogelijk dingen zelf doen. Ze manoeuvreert haar rolstoel moeiteloos in de meest onmogelijke hoekjes, zonder botsingen.

Een bezoek aan de orthopeed leert haar (en ons) dat er weliswaar sprake is van botgroei, echter slechts in minimale mate. Toch mag ze haar been gaan belasten op geleide van pijn. Een moment waar ze al lange tijd reikhalzend naar uitkijkt. Ze heeft het zelfs al een paar keer stiekem geprobeerd.

Het kost haar zichtbaar moeite maar ze ligt in bed; geholpen door haar doorzettingsvermogen. ‘Zuster, dat ging nog best ‘hendig’!’ Nog voordat ze haar uitspraak gedaan heeft, kijkt ze me verschrikt aan: ‘Zeg ik nou echt iets Brabants? Mijn man kwam uit Brabant, zelf ben ik Fries. Ik heb altijd gezworen geen dialect te spreken. En dan nu, met m’n 97 jaar, gooi ik het er zomaar uit.’

Ik lach en zeg haar dat ik zelf uit Limburg kom en dagelijks Limburgs met mijn kinderen spreek. Tegen hen grap ik regelmatig dat ik hier in Brabant ontwikkelingswerk doe. Ik adviseer haar die gedachte misschien ook maar over te nemen.

Ze kijkt me aan, laat mijn woorden even bezinken om vervolgens te schateren van het lachen: ‘Zuster, dat lijkt me een prima gedachte om de nacht mee in te gaan!’