Afbeelding
Foto: ©pixabay.com

Column Luc: Oneerlijke concurrentie

Algemeen Column

Son en Breugel - Bijna achteloos stoof ze me voorbij, op de fiets. Een dame op leeftijd, een stuk ouder dan ik, ging me voorbij met een flinke gang, alsof ik stilstond. Ik ben niet de snelste fietser, nooit geweest eigenlijk, al was het vroeger eerder zo dat ik anderen voorbijsnelde. Dat was in een tijd dat ik meer haast had, de haast van de jeugd voor wie het al gauw niet snel genoeg gaat. Die hebben nog niet in de gaten hoe snel de tijd gaat.

Inmiddels heb ik Abraham al een tijdje in de achteruitkijkspiegel, happend naar adem. Of het de wijsheid is die komt met de jaren, vergezeld van grijze haren en wijkende haarlijn, ik weet het niet. Wat ik wel weet, is dat mijn haast aanzienlijk is afgenomen. En daarmee mijn snelheid, zowel op de fiets als in de auto. Al ver voordat het wettelijk verplicht werd, was ik al lid van de club van honderd. Op de snelweg stuiven ze me ook voorbij de laatste tijd, aan alle kanten. Mensen met ongelooflijke haast, wellicht gestimuleerd door lege snelwegen trappen ze het gaspedaal flink in, en geven mij het gevoel voort te sukkelen in een slakkengangetje. Ik vind het wel relaxt. Ik heb geen haast, ik kom er toch wel. Ook op de fiets.

Maar toch. Als je ingehaald wordt door een kleinere auto, of door een fietser die aanzienlijk ouder is, dat steekt. Het zit me niet helemaal lekker. Alsof ik niet meer mee kan komen, alsof ik op mijn laatste benen fiets. Alsof ik net als Abraham naar adem hap, iedere keer als ik een fysieke prestatie moet leveren. Om eerlijk te zijn, mijn conditie kan beter. Dankzij corona kom ook ik niet veel verder dan een enkele wandeling, onder het genot van een hemel die blauwer en een lucht die schoner lijkt. Maar toch.

Als ik bij het autorijden ingehaald wordt, boeit me dat niet zoveel. Iedereen kan te hard rijden, dat is geen verdienste. Op de fiets, dat is een ander verhaal. Dan moet je het zelf doen, in plaats van pk’s heb ik dan alleen lk (= LucKracht). Daar moet ik het mee doen.

Op het moment dat de dame op leeftijd me voorbij stoof, keek ik naar de bagagedrager van haar fiets. Wat ik al dacht, een accu. Geen wonder dat ze me zo makkelijk in kon halen, ze zat op een elektrische fiets!

Oneerlijke concurrentie, dat is wat het is.