Foto ter illustratie
Foto ter illustratie Foto: Ingezonden

Column Luc: Doe mij maar een blondje

Algemeen Column

Son en Breugel - Ik had me nog zo voorgenomen dat het niet zou gebeuren, echt niet. Wat zouden de consequenties zijn, als ik zou bezweken voor de verleiding? Het leven stelt je voortdurend op de proef, als of om te testen of je het wel echt meent. De verleiding diende zich aan, op een onverwacht moment, maar vooral uit een onverwachte hoek. ‘Heb je zin in een blondje?’ vroeg mijn schoonmoeder. Mijn hoofd zei ‘nee’, mijn mond zei: ‘ja!’ Graag, zei mijn mond er ook nog eens achteraan. Wel ja. Waar mijn vrouw bij zat, óók nog eens!

Ik voelde mijn gezicht rood worden, alsof ik bij voorbaat al betrapt was. Die lieve schat van mij vertrok geen spier, alsof het de normaalste vraag ter wereld was. Het is toch niet een vraag die mij al te vaak gesteld wordt. Het idee plantte zich als een zaadje in mijn gedachten, al gauw ontkiemde het verlangen. Ik likte zowaar mijn lippen, ik kon het al bijna proeven. Voorzichtig en hoopvol keek ik de kant van mijn lief op, ik durfde bijna niet te hopen. ‘Toe maar hoor!’ zei ze met een lach.

Om eerlijk te zijn, ben ik niet eenkennig. Ook niet al te trouw, moet ik eraan toevoegen. Blond, bruin, zelfs rood, het is allemaal even lekker. Voor alles is een juiste plaats en tijd, daarbij houd ik wel van een beetje variatie. Afhankelijk van het weer en mijn stemming maak ik mijn keuze, uit een breed palet van mogelijkheden. Waar heb ik vandaag weer eens zin in?

Dat je met je ogen wel eens andere mogelijkheden verkent, is tot daar aan toe. Het oog wil ook wat, toch? Echt de daad bij het woord voegen, daar ben ik niet zo goed in. Ik wil het ook niet, ik ben tevreden met wat ik heb. Het gras is misschien groener aan de overkant, wie weet wat er allemaal tussen verborgen ligt. Sowieso heb ik niet per se de behoefte over vreemde, onbekende grasmatten te lopen met mijn blote voeten.

Het was een vreemde, zware tweestrijd. Wat doe je, als ook nog eens aangemoedigd wordt? Als ik eerlijk ben, was de strijd al bij voorbaat beslecht. Al is de wil nog zo sterk, het vlees is zwak. Ik gaf mijn schijnverzet op, zette de schaamte opzij, en genoot met volle teugen. Blij en voldaan zette ik het blondje weer neer.

Doe mij nog maar een blondje, met zo’n heerlijke schuimkraag!