De stoomzuivelfabriek in de Kanaalstraat te Son (1932, foto: 20192
De stoomzuivelfabriek in de Kanaalstraat te Son (1932, foto: 20192 Foto: ©Heemkunde Son en Breugel

De Commissaris van de Koningin over Son en Breugel (5)

Algemeen Heemkunde

Son en Breugel - Tussen 1894 en 1928 was Mr. A.E.J. baron Van Voorst tot Voorst Commissaris der Koningin (CdK) in Noord-Brabant. Een van zijn taken was het regelmatig bezoeken van alle gemeenten in de provincie. Van die werkbezoeken hield hij nauwkeurig verslag bij. Op de website van het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) kan men alle verslagen lezen. Met toestemming van het BHIC heb ik de verslagen over de zeven bezoeken aan Son en Breugel letterlijk overgenomen en waar mogelijk voorzien van opmerkingen (deze staan tussen haakjes). Nu volgt het verslag van het bezoek op 18 mei 1915.

Den 18 Mei 1915 kwam ik weer in Son; ik reed er vanuit ’s Bosch per auto heen; dienzelfden dag bezocht ik ook nog Veghel. In 1914 tengevolge van de mobilisatie slechts drie huwelijken. Alles wat trouwt, trekt naar de fabrieken, meestal te Eindhoven; men gaat liever op de fabrieken werken, dan boerenarbeider te worden. Onder de boeren wordt er maar weinig getrouwd; de menschen hebben geen geld, knechts en meiden zijn te duur.

In 1914 is eene verordening vastgesteld op het laten loopen van kippen op andermans land. Het was hard noodig; menschen met een klein lapje grond hielden 100 tot 150 kippen. Er was alle dagen hoogloopende ruzie tusschen de buren. De verordening werkt zeer goed; toen er een drietal processen-verbaal waren opgemaakt, wisten de kippenhouders, waar het op stond; thans wordt er geen overlast meer ondervonden van de kippen van den buurman.

Tegenover het oude Raadhuis heeft gemeente een groot pand aangekocht, om daarvan een Raadhuis te maken. Een architect uit Heeswijk is belast met het opmaken van het bestek; hij is als landweerman onder de wapenen; daardoor kwam vertraging in de uitvoering van de bouwplannen.

Geen uitvoerige beschrijving van de exploitatie der gemeentelijke bezittingen; burgemeester (= P. van Grinsven) zal die thans spoedig maken. De banden en het reephout (= hout waarvan men hoepels maakt) groeien buitengewoon goed; uit een H.A. reephout (10 are éénjarig en 90 are tweejarig) werd in 1915 voor f. 91 poothout verkocht; de rest bracht daarna f. 355 op; dus f. 446 voor product van 1 H.A.

Alleen te Breugel is een openbare school; daar wordt herhalingsonderwijs gegeven; aan de bijzondere (leeken) school te Son geeft men geen herhalingsonderwijs. De coöperatieve stoomzuivelfabriek kostte ruim f. 30.000; meest alle boeren zijn aangesloten. Pastoor Van Ravenstein (moet zijn: Pastoor Van Ravensteijn) ligt op sterven; de parochie treurt daar niet over; hij is zeer hebzuchtig; om die reden heeft wethouder Van der Sanden geweigerd kerkmeester te worden. De kerk is zeker belast met een schuld van f. 80.000. Als de pastoor zijn wil kreeg, dan bracht iedere parochiaan hem alles wat hij bezit, en hield hij voor zich en zijn gezin niets over.

De secretarie is nog onder stof en vuil begraven; doozen waren er aangeschaft; 6 in het geheel. Ik heb den secretaris (= Dijkhoff) gezegd, dat hij er wel 60 noodig had.

Stuur uw reacties naar Frans Wilbrink (e-mail: secretaris@hkksonenbreugel.nl) of bel naar 0499-473049.

Voor meer verhalen: www.bhic.nl/decommissarisvertelt