Afbeelding
Foto: Wil Feijen

Column Judith: Liefde geven

Algemeen

Son en Breugel - Ze huilt als ik haar kamer binnen kom. ‘Zuster, ik kan niet meer! Ik heb zoveel pijn!’ Ik vraag me af wat er aan de hand is. ‘Waar heeft u pijn?’, vraag ik belangstellend. ‘Mijn rug, zuster! Mijn rug doet zo’n zeer!’ 

Doordat ze pas kortgeleden bij ons is opgenomen, verblijft ze, uit voorzorg voor een eventuele coronabesmetting, 2 weken in quarantaine. Dat betekent dat ze haar kamer alleen mag verlaten voor toiletbezoek of een douchebeurt. Een rondje over de gang lopen, wat juist heel goed voor haar rug en haar algehele welbevinden zou zijn, kan nu dus nog niet. 

Haar man is heel bezorgd en behulpzaam en vindt het moeilijk om het zorgen voor zijn vrouw los te laten. Haar gevecht om weer mobiel te worden, kan hij nauwelijks aanzien. Als ik met hem bespreek, dat mijn collega’s en ik zijn vrouw niet aan haar lot overlaten en haar niet zomaar nutteloos laten ploeteren, lijkt hij niet te begrijpen wat ik bedoel. 

Ik leg hem uit dat zijn vrouw is opgenomen op een revalidatie-afdeling. We proberen haar klaar te stomen voor terugkeer naar huis. Om haar spieren sterk te maken, zal ze moeten oefenen. Zelf (eventueel met ondersteuning) opstaan uit haar stoel is voor beiden een gevecht. Zij vecht… haar gestel moet sterker worden. Ondanks eventuele tegenslagen zal ze moeten blijven oefenen. 

Zijn strijd is zo mogelijk nog zwaarder… hij moet toekijken hoe zijn vrouw vecht… hoe meer hij haar fysiek ondersteunt, des te langer gaat het duren voordat ze naar huis kan. 

Het beste wat hij kan doen, is liefde geven. Dat is het krachtigste medicijn voor een goed herstel.