Jarno blikt terug op zijn deelname aan IKPAS
Jarno blikt terug op zijn deelname aan IKPAS Foto: Wil Feijen

Coronagerelateerde meldingen waren aan de orde van de dag

Algemeen Kerst

Son en Breugel - Kijkend in de ‘achteruitkijkspiegel’, hoe dit knotsgekke jaar is verlopen, kom je al snel uit bij de ‘dollemansritten’ van talloze zorgkanjers in onze gemeente. Hoewel je er een boek over kunt schrijven, wordt er even één verhaal uitgepikt, en teruggekeken met Jarno Jurjus. Deze Prins Carnaval uit 2019 maakt dagelijks dollemansritten met gillende sirenes mee als ambulancechauffeur op weg in de regio Brabant-Zuidoost. Vanuit zijn GGD-standplaats Eindhoven-Noord combineert hij deze functie met andere taken, zoals Officier van Dienst Geneeskunde (OvDG) en als centralist op de gemeenschappelijke meldkamer (politie, brandweer, ambulance). Kortom, deze zorgprofessional zit letterlijk als een spin in het huidige coronaweb.

Redacteur: Ivo van Hoek 

Vanuit zijn functie op de meldkamer is Jarno belast met de aansturing en coördinatie van de medische eenheden in de regio Brabant-Zuidoost bij 112-meldingen. In zijn rol als ambulancechauffeur gaat hij samen zijn collega-ambulanceverpleegkundige naar alle voorkomende 112-meldingen. In maart, tijdens de eerste coronagolf, kreeg de ambulancedienst er nog een taak bij: het rijden op coronagerelateerde meldingen.

Coronagerelateerde ritten
Jarno kan zich de persconferentie in maart van minister-president Mark Rutte nog goed herinneren. “Op die bewuste zondag kondigde hij aan dat het land op slot ging. Veel mensen moesten thuiswerken, waardoor er weinig verkeer op de weg was en er nagenoeg geen ongevallen waren. De scholen en de horeca waren dicht en er werd niet gesport, dus er waren ook geen sportongevallen. Om onverklaarbare reden waren er ook geen patiënten die 112 belden met cardiale of neurologische klachten.” Tijdens de eerste golf reden ze bijna continu coronagerelateerde meldingen, en nu, tijdens de tweede, heeft circa elf procent van de ritten met corona te maken.”

Veel veranderd
Sinds de komst van het coronavirus is er veel veranderd voor de zorgverleners. Jarno: “Als er overduidelijk symptomen van COVID-19 waren, dan trokken we een overall aan en droegen we een veiligheidsbril en een medisch mondmasker. Het is voorgekomen dat wij naar een patiënt gingen zonder beschermende kleding omdat die patiënt geen klachten had; later bleek dat deze patiënt toch positief was.” Wat ook veranderd is, is dat de zorgverleners bij binnenkomst geen hand meer mogen geven of iemand troosten of geruststellen door een arm om de schouder te leggen. Dat kan/mag niet meer, en dat gaat ze niet in de koude kleren zitten. “Dat maakt ons werk er helaas niet persoonlijker op”, aldus Jarno.

Later inzetbaar
Verder is het reinigen van de ambulance veranderd. Voorheen werd dit natuurlijk al regelmatig gedaan, maar sinds maart wordt deze compleet, inclusief brancard en inventaris gereinigd en ontsmet. “Hierdoor duurt het vrij-melden na overdracht van de patiënt aan een ziekenhuis langer en dat merken we heel duidelijk op de meldkamer: de ambulance is pas later weer inzetbaar. Ondanks dat we hierin steeds meer handigheid en ook hulpmiddelen krijgen, betekent het toch dat de inzetbaarheid daardoor wordt beperkt”, licht Jarno toe.

Spoedtassen
Behalve het schoonmaken van de ambulances is ook de werkwijze voor het ambulancepersoneel veranderd doordat ze de beschikking hebben over een speciale COVID-kit. Jarno legt uit: “We hoeven dus niet constant alles te reinigen. Onze oorspronkelijke spoedtassen worden bij COVID-patiënten vervangen door een kleinere, minder uitgebreide tas. Dat werkt goed, en minder schoonmaken betekent automatisch sneller weer inzetbaar.”

Bijgebleven
Wat Jarno vooral uit de beginperiode is bijgebleven, is dat mensen soms spontaan reageerden als we met de ambulance door de stad reden. “We stonden eens voor een verkeerslicht te wachten, en de inzittenden van een auto naast ons stapten uit en begonnen spontaan te klappen als dank voor ons werk. Dat was echt bijzonder.” Maar ook herinnert hij zich de momenten waarop particulieren en bedrijven met traktaties aan de poort stonden van de GGD-ambulancepost. “We deden, en doen nu nog steeds, ons werk, en dit hoort bij het werk van de zorgprofessional, maar het was wel heel bijzonder dat dit in die tijd gebeurde.”