Ingrid Vogels denkt in oplossingen, maar hoelang nog

Son en Breugel - Het verlengen van de lockdown met drie weken betekent voor eigenaresse Ingrid Vogels van Restyle Kids dat het voortbestaan van haar kinderkledingwinkel nu serieus in gevaar komt: “De voorjaars- en zomercollectie zijn al in augustus besteld en moeten bij binnenkomst natuurlijk ook worden afgerekend bij de leverancier. Dat is normaal, maar nu wel extra hard, want wanneer kan en mag ik weer open. In onze branche worden de beslissingen over de collectie en de aankoop ervan maanden eerder genomen dan dat ze in onze winkel liggen. Vanaf maart van het afgelopen jaar heb ik al te maken met de maatregelen die van grote negatieve invloed zijn op de omzet van mijn winkel.”

Redacteur: Adrie Neervoort

Nu de lockdown met drie weken wordt verlengd, vreest Ingrid het ergste. Hoewel de regering uitspreekt dat zij ervoor zal zorgen dat de ondernemers niet omvallen door de maatregelen, merkt zij hier niet veel van. Ingrid: “Zo zijn de bedragen waar je überhaupt aanspraak op kan én mag maken een fractie van mijn verlies.” Een eenmalig bedrag van ruim 2000 euro (vanaf maart) is fijn, maar een druppel op een gloeiende plaat.” Het verlies probeert ze dan ook, net zoals veel andere collega’s, te beperken door verkoop via mail, app en telefoon. “We bezorgen de bestellingen zelf en halen de retourgoederen ook zelf op; een arbeidsintensief karwei, maar het kan niet anders”, aldus de onderneemster.

Puzzel
Ze vindt het een hele puzzel, maar doet het graag voor haar klanten en natuurlijk ook voor het voortbestaan van haar winkel. Al vanaf het begin van de maatregelen is Ingrid in oplossingen aan het denken. “Het valt niet mee en de twijfel of ik het ga redden, neemt alleen maar toe”, vertelt ze.

TVL-regeling
Volgens Ingrid denken veel mensen dat ook de kleine ondernemer een prima vergoeding krijgt van de overheid, maar dat is in de praktijk niet het geval: “Zo worden de voorraden die niet verkoopbaar zijn door de maatregelen voor mijn onderneming niet vergoed. Ik kan geen aanspraak maken op bijvoorbeeld een TVL-regeling (Tegemoetkoming Vaste Lasten). We doen het heel veel slechter, maar net niet slecht genoeg en dat is dan eigenlijk wel weer positief. Twee maanden je deuren dicht moeten houden is ontzettend balen, maar vergeleken met wat onze collega’s in de horeca door moeten maken, veel minder erg”, aldus de onderneemster.

Geen interesse
De houding van de gemeente in deze uitzonderlijke crisis noemt Ingrid teleurstellend: “Niemand van de gemeente toont maar enige interesse in ondernemers in het centrum van het dorp, terwijl, toen ik nog open mocht zijn, even binnenlopen, bellen of mailen toch een mogelijkheid was om te informeren hoe het gaat. Dat gaat niet om het financiële verhaal, wel om een stukje belangstelling”, sluit ze af.