Afbeelding
Foto: Wil Feijen

Column Judith: Sondevoeding

Algemeen Column

Son en Breugel - Als je, bijvoorbeeld door ernstige slokdarmverlamming na een hersenbloeding, (tijdelijk) niet kunt slikken, dan kan een neusmaagsonde uitkomst bieden. Een dun slangetje wordt via je neus en je slokdarm in je maag geschoven. De vloeibare sondevoeding wordt vervolgens in porties of met een 24-uurspomp via het slangetje toegediend.

Al vanaf het moment dat ik weet dat dit hulpmiddel bestaat, probeer ik me voor te stellen hoe het voor een patiënt zal zijn, als het slangetje ingebracht wordt. Vreselijk lijkt het me! Als de sonde eenmaal correct is ingebracht, lijken mensen er nauwelijks last van te hebben. Toch is voorzichtigheid geboden. Het kan voorkomen dat de sonde, ondanks fixatie met een neuspleister, verschuift of zelfs helemaal eruit getrokken wordt. 

Hij heeft vandaag therapie bij de fysiotherapeut. Na een kwartiertje staat mijn collega beteuterd in de deuropening. ‘Ik weet niet wat er gebeurd is, maar de sonde ligt eruit!’ Als ik met haar meeloop, zie ik inderdaad dat de sonde gesneuveld is. 

Ik neem hem mee naar zijn kamer en verzamel met een collega de benodigdheden om een nieuwe te plaatsen. Intussen ligt hij gelaten op bed. Op mijn vraag of hij baalt van deze ingreep, antwoordt hij dapper: ‘Ik vind het niet leuk. Maar als we niks doen, krijg ik geen eten binnen en ga ik dood. Dat is pas niet leuk!’

We brengen de sonde moeiteloos in, waarna hij op zijn bed in slaap valt. Moe van alle emoties. En van de oefeningen met de fysiotherapeut.