Afbeelding
Foto: Wil Feijen

Column Judith: Nog niets te erven

Algemeen Column

Son en Breugel - 92 is ze. Ze herstelt van een operatie. Een proces wat veel van haar vraagt, zowel fysiek als psychisch. Terugkeer naar huis, zoals bij opname bedoeld was, gaat niet meer lukken en dat is een hele teleurstelling voor haar. Enkele jaren geleden overleed haar man. Hoewel hun huwelijk kinderloos bleef, heeft ze erg betrokken neven en nichten die haar veelvuldig bezoeken.

Toch wil ze niet meer. Ze wil niet meer vechten, ze wil niet naar een verpleeghuis, ze wil dat het leven stopt. En dat wil ze nu! Als de geestelijk verzorger langskomt voor een gesprek, springt ze van boosheid bijna uit haar vel omdat de betreffende collega geen spuit bij zich heeft om haar leven te beëindigen.

De dagen na het gesprek lijkt ze zich te realiseren dat ze niet zomaar kan stoppen met leven. Ze heeft het laatste sacrament en de ziekenzegening ontvangen en dat heeft haar kracht gegeven.

Zoveel kracht dat ze opknapt. Ze verschijnt weer dagelijks bij de eetmomenten, heeft weer wat praatjes en lijkt weer te genieten van het leven.

Enkele weken later sputtert haar hart wat. De dienstdoende arts bezoekt haar en bestudeert haar hartfilmpje. Als de arts daarna met mevrouw in gesprek gaat, vertrouwt ze haar toe: ‘Eerst wilde ik dood en toen mocht ik niet. En nu gebeurt dit! Ik heb mijn neven en nichten beloofd dat ik blijf leven en dat ga ik ook doen! Dan weet u dat!’

Het lijkt gelukkig mee te vallen met de hartklachten en de arts wil de kamer verlaten. Ze vraagt mevrouw of ze haar familie wil ontvangen, die bezorgd op de gang wachten. ‘Ja’, zegt ze lachend, ‘laat ze maar binnen, dan kunnen ze zien dat er voorlopig niks te erven valt!’