Portret Samuel van Hoven
Portret Samuel van Hoven Foto: Erfgoedvereniging Son en Breugel
Rubriek

Toendertijd

Algemeen

Van 1821 tot 1869 was de protestantse Samuel van Hoven notaris in Son en Breugel. Hij was van 1833 tot 1851 ook burgemeester van ons dorp. Daarnaast had hij functies in een aantal omliggende gemeentes. Door die opeenstapeling van functies bij één persoon kregen katholieken in Noord-Brabant weinig kans op een openbaar ambt, ook al waren ze daartoe gekwalificeerd. Dit leidde uiteraard tot grote ergernis bij het katholieke deel van de bevolking. Protesten haalden niets uit. Pas na de invoering van de nieuwe gronwet in 1848 ging er langzaam iets veranderen.

Notaris met bijbaantjes

Na de Vrede van Münster in 1648 kwam het gebied dat we nu Noord-Brabant noemen, onder het gezag van de Staten-Generaal. Het gebied was geen volwaardige provincie en heette voortaan dan ook Staats-Brabant. Katholieken konden niet meer vrijelijk hun geloof uitoefenen. Belangrijke functies werden ingenomen door protestanten en de katholieken werden behandeld als tweederangsburgers. Aan deze situatie kwam een eind toen in 1795 onder toeziend oog van de Fransen de Bataafse Republiek werd uitgeroepen. Aan de bevoorrechte positie van de protestanten was een einde gekomen. Na de Franse tijd werden de verworven rechten van de katholieken door koning Willem I deels weer teruggedraaid. Katholieken lieten het er niet bij zitten en protesteerden regelmatig tegen de ontstane situatie. Bij de samenvoeging van de dorpen Nuenen, Gerwen en Nederwetten die op 1 januari 1821 plaatsvond, kwam het ongenoegen van de bewoners tot uiting. Het blad De Noord-Brabanter van 15 december 1820 berichtte hierover:

Men meldt ons uit Tongelre, den 12 december: In de samengevoegde gemeenten Nuenen, Gerwen en Nederwetten zal binnen weinige dagen eene petitie in omloop zijn tot herstel der bestaande grieven: vrijheid van onderwijs, de geheele uitvoering van het concordaat en onder andere, met nadruk, ook de gelijke vergeving van ambten, zonder onderscheid van godsdienst; en wie zou durven zeggen of denken, dat zulks ook in deze gemeenten onbillijk geschiedt? Weet een ieder niet, dat daar om zo te zeggen, de schuilplaats der protestanten is? De burgemeester, J. van Hoof, die ook notaris is, is protestant; zijn zoon S. van Hoof, is secretaris van voornoemde gemeente, daarenboven ook secretaris van Tongelre en nog notaris te Zon en Breugel; dit is nog niet alles, de aangehuwde zoon van gemelden burgemeester is aldaar ontvanger der gemeente en van ’s rijks belastingen. Dat ieder Nederlander dan oordeele of de ingezetenen van Nuenen, Gerwen en Nederwetten, alwaar men meer dan 2100 roomsch-katholieken telt en geen 50 protestanten, geen reden hebben, om zich tot diegenen te wenden, welke hen hierin kunnen te hulp komen.

Van de genoemde grieven was die van het voortrekken van protestanten bij benoemingen, ook als die al een functie hadden, wel de grootste ergernis. Met name worden genoemd Johannes van Hoven (in de krant wordt de naam fout gespeld) en zijn zoon Samuel van Hoven die van het stapelen van functies een sport leken te maken. Zij hadden dat overigens niet van een vreemde want ook hun vader respectievelijk grootvader, Frederik van Hoven, was hen hier in voorgegaan.

Samuel van Hoven werd op 21 mei 1798 in Nuenen geboren. In 1821 volgde zijn benoeming tot notaris in Son en Breugel, maar hij bleef voorlopig in Nuenen wonen. In 1823 werd hij tevens secretaris in de gemeentes Nuenen ca. en Tongelre. De petitie van de Nuenenaren van 1820 had dus geen enkel effect gehad. In 1829 deden de inwoners van Breugel ook een poging om tot herstel der grieven te komen. Zij dienden een verzoekschrift daartoe in bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Onder hen waren de pastoor, de drie Breugelse raadsleden en alle gezinshoofden. In totaal zo’n 70 handtekeningen. Ook dit verzoekschrift maakte geen indruk in Den Haag, want in 1833 volgde de benoeming van Samuel van Hoven tot burgemeester van Son en Breugel. Bij zijn benoeming werd uitdrukkelijk de voorwaarde gesteld dat hij zich in Son en Breugel moest vestigen. Dat gebeurde ook nadat hij in 1833 getrouwd was met Wilhelmina Jacoba van Heusden uit Hilvarenbeek. Het echtpaar ging in Breugel wonen en verhuisde in 1837 naar Dommelstraat 12 in Son. De nieuwe gemeentewet van 1842 verbood de opeenhoping van ambten. Maar het zou nog tien jaar duren voordat Samuel als burgemeester werd ontslagen. Eervol, dat wel. Pas nadat de grondwet van 1848 was aangenomen, waarin onder meer de vrijheid van godsdienst, onderwijs en van vereniging, was geregeld, konden de katholieken een nieuwe start maken maar hun emancipatie zou nog vele tientallen jaren duren. Samuel bleef notaris tot aan zijn dood in 1869.

Heeft u nog opmerkingen over dit artikel? Stuur uw reacties dan naar Frans Wilbrink, e-mail: coordinatorbg@erfgoedvereniging-sonenbreugel.nl of bel naar 0499-473049.

Afbeelding: Portret Samuel van Hoven (71604)