Afbeelding
Foto: Pixabay.com

Het is feest bij de tandarts

Column

Het is feest bij de tandarts

Vandaag is de dag. Ik moet naar de tandarts. Het is tijd voor de halfjaarlijkse controle, een routineklus normaal gesproken. Normaal gesproken, dus reden genoeg voor twijfel.

Als kind was ik doodsbang voor de tandarts. Zeker als het niet om de halfjaarlijkse controle ging. In die tijd kreeg je eerst een spuitje ter verdoving, vervolgens mocht je een half uur of langer in de wachtkamer gaan zitten totdat het spuitje werkte. In de tussentijd nam de tandarts iemand anders onder handen. Snerpend ging het boortje te keer, mij toebijtend: 'dadelijk ben JIJ aan de beurt!'

Tergend langzaam kroop de tijd vooruit, ik zag elke seconde passeren op de klok. Dan werd ik binnen geroepen. Het voordeel was dan weer wel dat het spuitje ondertussen zijn werk gedaan had, het boortje kon tekeer gaan wat het wilde, ik voelde niets! Ik keek wezenloos naar het plafond, bang de tandarts in de ogen te kijken. Bang dat hij de angst in mijn ogen zou zien.

Gelukkig sta ik er nu anders in. Dat mijn huidige tandarts een sympathieke vent is, helpt zeker. Vol goede moed ga ik dan ook op weg, twee mensen zitten al te wachten. Mijn korte 'Hallo!' wordt al even kort beantwoord. Meteen duiken de twee in hun mobieltjes. Na een paar tellen pak ik mijn schrijfboekje.

Even wordt ik opgeschrikt, als een vrouw naar buiten komt, met twee jonge dochters. Zo, die hebben het achter de rug! 'Ik wil een ijsje!' zegt de oudste. 'Ik ook!' echoot haar zusje. Goed idee, als je net bij de tandarts vandaan komt. Ach, ze hebben het verdiend.

Vervolgens komen twee andere mensen binnen, plus een oudere dame met haar kleinzoon. De jongen duikt meteen op de aanwezige lego en begint enthousiast te bouwen. De volwassenen duiken in hun mobiel. Wat zijn dat voor magische apparaten, die mobieltjes, dat ze onze aandacht zo op weten te eisen! Ik kijk gefascineerd naar het bouwwerk dat de jongen fabriceert, zijn oma kijkt al even gefascineerd naar haar mobiel.

Dan is het zover: ik ben aan de beurt! Na een hartelijke begroeting neem ik plaats in de stoel. Al gauw betrap ik me er op dat ik naar het plafond aan het staren ben. Niet omdat ik angst heb, je moet ergens naar kijken. Ik zou in de ogen van mijn tandarts kunnen kijken. Niets persoonlijks, dan kijk ik toch liever in de ogen van de tandartsassistente. Even checken of de lente al zichtbaar is…

Het is even wat ongemak, die vervelende haken die in mijn tandvlees porren, de mini-hogedrukspuit met water om het tandsteen te verwijderen. Mijn tong is voortdurend in gevecht met de afzuiger waarmee de assistente – ik heb nog steeds niet kunnen zien of de lente al zichtbaar is in haar ogen – probeert te voorkomen dat ik verdrink. Het gevecht eindigt onbeslist.

Een van vroegere tandartsen zei ooit tegen me dat ik een kleine mond had. Goed om te weten, mocht ik er ooit van beschuldigd worden een grote mond te hebben. Hoe dan ook, het was een feestje in mijn mond.

Nu moet ik weer een halfjaar wachten, tot het volgende feest bij de tandarts. Hoe ga ik dat volhouden?

Afbeelding
Afbeelding