Afbeelding

Column Lucky Luc

Column

Geen berg te hoog – the story of Mount Doom

Het is alsof ik ogen in mijn rug voel branden, als ik het station van de kabelbaan uitstap. In de verte torent een berg overal boven uit. Bos en weiland wisselen elkaar af, overal waar ik kijk. Het uitzicht is prachtig!

'Gelukkig hoeven we niet helemaal naar boven te klimmen', dacht ik toen we beneden in het dal in de kabelbaan stapten. Tja, als je met een bergliefhebster getrouwd bent, en op vakantie gaat in Tirol, zou je zoiets kunnen verwachten.

Net buiten het station van de kabelbaan is een terras, met daarachter een winkel en restaurant. Het is er goed toeven, zo te zien. Bordjes wijzen ons naar de route die we hebben uitgekozen, langs grazige alpenweides en beboste hellingen. Zo steil is het hier niet, zo is het goed te doen. Het pad voert naar beneden, langs een speeltuintje met ligbanken met uitzicht over de bergen. Uren kan ik er naar kijken!

De weg voert verder, langs een boerderij. Op een helling, langs het pad, is een boer bezig met hooien. Als we de bocht omgaan, zie ik hem in de verte opdoemen. Een steile, hoge berg. Met hellingen die loodrecht omhoog lijken te gaan. Hoog torent de berg uit boven de omgeving. De Reither Kogel heet de berg officieel. Mount Doom zou een betere naam zijn!

Tegen beter weten in hoop ik dat we deze berg niet hoeven te beklimmen, dat de route vóór Mount Doom afbuigt. Hoe dichterbij we komen, hoe hoger de berg lijkt te worden. Dan komen we bij een smal pad, dat zich slingerend om de berg kronkelt. De wegwijzer velt het vonnis: we gaan linksaf, Mount Doom op.

Ik veeg het zweet van mijn voorhoofd, en neem nog een slok water. Zijn het ogen die in mijn rug branden, of is het de zon? Het zal mijn verbeelding zijn. Ongetwijfeld is het dezelfde verbeelding die denkt dat de berg me uitlacht, me uitdaagt. Kom maar op!

Stap voor stap gaan we omhoog, het lijkt eindeloos te duren. Mijn ademhaling gaat steeds zwaarder, ik lijk wel een zwaar astmatische bergbok. Regelmatig stop ik even, om bij te komen. Bij iedere bocht kijk ik smekend omhoog, dat dit de laatste mag zijn! Iedere keer zinkt de moed in mijn schoenen, samen met het zweet, het bloed en de tranen, als blijkt dat mijn lijdensweg nog niet ten einde is.

Dan ineens is het zover: we hebben de top bereikt! Ik zijg neer op het dichtstbijzijnde bankje, reikhalzend uitkijkend naar die zuurstoffles die ik zo hard nodig heb. Nergens te bekennen! Een klein, select gezelschap van waaghalzen en sportievelingen heeft zich hier verzameld, om uit te hijgen, te lunchen en te genieten van het uitzicht.

Als ik weer bij mijn positieven ben, zie ik het ook. Het is adembenemend, net als de beklimming. Het is de moeite waard!

Als we weer afdalen naar de bewoonde wereld, voel ik niet langer vermoeidheid of ademnood, maar trots en voldoening. Geen berg gaat ons te hoog!

Afbeelding
Afbeelding