Afbeelding
Foto: Pixabay.com
Column Lucky Luc

Afscheid (ergens daar boven)

Column

Het is koud, op deze grijze grauwe dag, halverwege december. Her en der lopen mensen naar de ingang, weggedoken in hun jas. Hun gezichten verborgen, evenals het verdriet dat net onder de oppervlakte drijft. We zijn gekomen om afscheid te nemen van onze dierbare vriend Frank.

Als we binnenkomen, hangen we eerst onze jassen op. Daarna sluiten we aan in de rij om de rouwkaart te tekenen. Iedereen zoekt bekenden op, er zijn veel mensen gekomen. Vrienden, familie en collega's. Dat is het verschil als je jong heengaat, dan is de kans op een grote opkomst groter. Wrang, maar waar.

'Ga jij nog iets zeggen?' vraagt een vriend. 'Jazeker', antwoord ik. Voor mij een vanzelfsprekendheid, hij vindt het dapper.

Als de zaal opengaat, stroomt de massa langzaam schuifelend de kleine zaal in. De grote zaal is beschadigd bij een brand. Een brand in een crematorium, het lijkt een zieke grap. Het duurt even voordat iedereen een plek gevonden heeft. Er zijn niet genoeg zitplaatsen, sommige mensen leunen tegen een muur of nemen plaats op een barkruk, zoals mijn vrouw en ik.

Het is een sobere, eenvoudige plechtigheid. Zoals Frank was, géén poespas. Vier verschillende toespraken, die elk een ander facet van Frank belichten, omlijst met door Frank zelf uitgezochte muziek. Muziek is emotie, zoals de begeleider van het uitvaartcentrum opmerkt. 'Luister naar de muziek en denk aan Frank', zegt hij.

Het is een middag met een traan en een lach. Een middag die in het teken staat van verdriet en gemis, van pijn en stilte. Het is óók een middag van herinneringen, van dankbaarheid en liefde. Hoe groot het verdriet, de pijn en het gemis ook zijn, herinneringen, dankbaarheid en liefde verdienen ook een plaats.

De dood is bizar en ongrijpbaar, althans voor de levenden. Het idee dat een dierbare, iemand die een belangrijke plek in je leven innam, er van het ene op het andere moment niet meer is, ik kan er maar niet aan wennen. Het verdriet dat ook ik voel, wordt enigszins getemperd door de grote opkomst. Het is mooi, en ook troostend, om te zien hoeveel mensen op positieve wijze geraakt zijn door Frank, om te zien hoeveel hij ook voor hen betekend heeft.

Zijn einde kwam onverwacht, ook al wisten we dat het er aan zat te komen. Ook voor hemzelf zal het een verrassing geweest zijn. Hoe moet het zijn om te voelen dat je einde nadert, om iedere keer als iemand op bezoek komt je af te vragen 'Zal ik hem of haar ooit nog zien?' Om iedere keer als je slapen gaat je af te vragen of je de andere ochtend wel wakker zult worden. Of stiekem te hopen dat je niet wakker zult worden. Of niet eens stiekem.

Zijn einde kwam ook veel te vroeg. Ook al zei hij tegen me dat er geen open zaken waren, geen dingen die hij nog wilde doen of zien, hij was nog niet klaar met leven. Daarvoor hield hij teveel van zijn werk, van zijn collega's, familie en vrienden. Daarvoor was hij veel te jong, ook al is leeftijd relatief.

Langzaam maar zeker zal ik moeten wennen aan het idee dat Frank er niet meer is. Langzaam maar zeker zal ik me erbij neer moeten leggen, of ik wil of niet. Ook al leeft hij voort in mijn gedachten en in mijn hart. Ook al heb ik het idee dat ik op een vrijdagavond bij hem aan kan bellen en dat we dan samen de stad in lopen, zoals vroeger. Die tijd is geweest.

Wat blijft, zijn de herinneringen. Die leven voort, zolang ik leef. Het afscheid was mooi, dat zal ik koesteren. Evenals de dankbaarheid voor een mooie vriendschap.

Frank, hou een plekje vrij voor mij, ergens daar boven.

Wilt u meer lezen, of wilt u reageren? Kijk dan op EigenWijsHeden.