Afbeelding
Foto:

Aangespoelde potvissen naar Son

Op 12 januari spoelden er vijf potvissen aan op Texel. Reddingsacties mochten niet baten en ze overleden.
Een zesde potvis die donderdag in een Texelse haven dood werd aangetroffen, is inmiddels naar de haven van Harlingen gebracht. Ook was er sprake van een zevende dode potvis die in zee was gezien, maar die is later niet meer aangetroffen. De potvissen die gisteren zijn aangespoeld blijken allemaal mannetjes. Drie stuks blijken tussen de tien en de elf meter, de grootste is twaalf meter. Het kleinste exemplaar is tussen de negen en de tien meter.

Bij een stranding van een walvisachtige treedt sinds een aantal jaren in ons land een speciaal protocol in werking. Dit is er gekomen nadat er discussie was ontstaan over de aanpak van dergelijke situaties.
Dit gebeurde in het geval van orka Morgan, die in juni 2010 verzwakt was aangetroffen in de Waddenzee en de bultrug Johannes, die in 2012 strandde op het eilandje De Razende Bol bij Texel. Een belangrijk element van het protocol is dat een reddingsactie geen zin meer heeft als een levende walvis al 12 uur op het strand ligt.

De vijf dode potvissen die sinds dinsdag op het strand op Texel liggen, worden in stukken gesneden en naar destructiebedrijf Rendac in Son gebracht.
De potvissen wegen zo'n 10.000 kilo per stuk. Ze zijn hard en taai geworden. "Gelukkig is het een ervaren snijploeg", zegt Edwin de Feijter van Rijkswaterstaat. De ploeg bestaat minimaal uit vijf man met messen en machines. Die snijden de dieren in stukken zodat ze met kiepwagens naar de haven van Texel kunnen worden gebracht. Van daaruit gaan ze via Harlingen naar het destructiebedrijf. Daar worden ze verbrand. "
Rendac is een ervaren specialist in het ophalen, verwerken en/of (laten) vernietigen van dierlijk restmateriaal en kadavers. Het gaat daarbij om dierlijk restmateriaal dat uit het oogpunt van volksgezondheid of uit ethische overwegingen dient te worden vernietigd conform de Europese destructiewetgeving. Bijzonder aan de aanpak van Rendac is dat zij de eindproducten omzetten in groene energie en duurzame brandstof.

De dieren moesten afgelopen zaterdag weg zijn. Dit vanwege de stank en het geen pretje is om de dieren te zien liggen. "Dus moesten ze zo snel als mogelijk weg", vertelde De Feijter. Afgelopen donderdag mislukten pogingen nog om de kadavers op een schip naar het vasteland te brengen, mede door het stormachtige weer.

Onderzoek
De kadavers zijn afgelopen dagen onderzocht door het Walvisteam van Naturalis en het Dutch Wildlife Health Center van de Universiteit Utrecht. De onderzoekers namen de afmetingen op en namen monsters van weefsel, organen, wormen en parasieten. Doel is onder meer om de doodsoorzaak te achterhalen.

Rendac zorgt ervoor dat ophalen, verwerken en vernietiging conform de wettelijke regels wordt uitgevoerd.