Grootschalig Denken en de Commissie Demmers

In mijn vorige artikel heb ik iets gezegd over het grootschalige denken van de Provincie. Dat wil ik nog graag toelichten.

Door: Kim Lapré

Hoe staat het met de grootschaligheid? De nationale politiek is van mening dat het kleinschalige betekent dat het geestelijke, bestuurlijke en economische niveau van Nederland achterblijft, dat het de moderne ontwikkelingen niet kan volgen, dat de horizon te beperkt is en dat het behoudzuchtige dan welig tiert.

Als voorbeeld neem ik de revolutie in de onderwijswereld van 1968. Toen werd het bestaande onderwijs systeem in zijn geheel afgeschaft en vervangen door de grootschaligheid. De Mammoetwet schiep grote scholengemeenschappen gebaseerd op vier intellectuele niveaus, het Lavo,Mavo,Havo en VWO. Ik meende daar het oude kastenstelsel in te herkennen, dat eveneens de mensheid onderbracht in vier lagen. De vervreemding in de grote scholengemeenschappen trad op en na zoveel jaren gewenning merken de mensen dat niet eens meer op, omdat zij niet meer weten hoe gezellig het was in de veel kleinere scholen, hoe veel persoonlijker de gemeenschap was en hoe hoog het niveau van het onderwijs was. Met de verandering van de subsidie regels zijn zelfs lagere scholen instituten geworden die aangestuurd worden door een nieuwe beroepsgroep, de managers. En daar raak ik een gevoelige snaar.

Mensen moeten kennelijk aangestuurd worden, bij voorkeur door mensen met veel theoretische kennis en weinig kennis van de praktijk en/of werkvloer. En de prestaties? Ik ken een geoloog die bij Shell werkte en reeds in de negentiger jaren opmerkte dat het niveau van de geologen uit het buitenland hoger was dan het Nederlandse. "Wij schatten een geoloog nu in op HBO niveau" hoorde ik. Lees je over de internationale peilingen van de rangorde van het Nederlandse Onderwijs Systeem dan is dat niveau gedaald. Nu kunnen jongelui al niet eens meer rekenen en foutloos de Nederlandse taal gebruiken. Voortdurend wenst de politiek dat er veranderd en of bijgestuurd moet worden en die onrust heeft het onderwijs geen goed gedaan. In mijn middelbare schooltijd bezat de school meerdere gepromoveerde leraren en kom daar nu eens om. De status en het inkomen van de leraar is sterk gedaald en kan niet concurreren met het bedrijfsleven. Om dit treurspel te beëindigen: het onderwijs niveau is gedaald. Het is natuurlijk niet alleen de grootschaligheid die zijn sporen getrokken heeft, maar ook een mentaliteitsverandering is debet aan de verschraling. En een onderdel van die mentaliteit is de vervreemding.

De overheid wil één nationale politie, wil provincies samenvoegen en heeft al reeksen gemeentes samengevoegd. En zijn de betrokkenen uitgebreid gehoord? Zeker niet. En presteren de gemeentes nu zoveel beter? Ik vraag het mij af. Het gezag weet wat goed voor de mens is. Naar mijn mening is dat oud 19e-eeuws denken. Meer kennis geeft het recht over anderen te beschikken en dat is naar mijn mening niet meer van "deze tijd", om eens een ander geluid te laten horen. Hoe groot ook de kennis is van een persoon, nooit mag hij de grens van de vrije wil van een ander mens overschrijden. Waarom niet? Omdat in het begrip vrijheid de kern van de individuele ontwikkeling van de moderne mens ligt. Natuurlijk zijn er ook talloze gebieden, zoals het wegverkeer,waar het individu geen vrijheid heeft. Het thema is gecompliceerd. Ik denk dat een moderne besluitvorming zo moet zijn, dat de overheid een goede en in een begrijpelijke taal geschreven voorlichting geeft over de te nemen besluiten. En vooral voor en tegenstanders op objectieve wijze aan het woord laat. Kan een gewoon mens nu een oordeel hebben over het wel of niet invoeren van een maatregel? Jazeker! En dan pas kun je spreken van een democratie.

De overheid heeft in het geval van het referendum over het handelsverdrag met Oekraïne zich stil gehouden, waarna Geen Stijl en Roos met het idee aan de haal zijn gegaan. En nu zucht en steunt Rutte hoe hij de plooien kan glad strijken. Is het niet een kwestie van het volledig negeren van de zelfstandigheid van de kiezers, van hun ideeën omtrent een politiek besluit dat door de Europese Unie genomen wordt en dat vervolgens door een beperkte groep Europarlementariërs gesteund werd? Gaan politieke besluiten over existentiële zaken dan moeten de betrokkenen serieus genomen worden. Neem de recent voorgestelde invoering van de donor wet. De volksvertegenwoordiging staat achter de wet, maar zijn alle Nederlanders het eens met wat hun vertegenwoordigers bepalen? Ik hoor al de kritiek, die uitroept dat de mensen toch vertegenwoordigd worden door hun parlementariërs. En hoe pijnlijk het ook klinkt, ik meen van niet. De volksvertegenwoordigers worden gevangen in een net van beroepsdeformaties, van partij dwang, die hun ongebondenheid zeer beperken.
En zo werkt het ook in een Gemeente Raad. Het is een trend om wezenlijke besluiten aan de kiezers voor te leggen als een voldongen feit. Maar het kan anders.

Zijn lastige besluiten te nemen dan is het de kunst om zo met het feiten- materiaal om te gaan dat de mensen overtuigd worden. En dat is omslachtig. Zeker, maar het houdt de medemens in ere. Zo zou Eindhoven ook met de randgemeenten kunnen omgaan. In een overleg wordt zonder dwang maatregelen aangekondigd. Maatregels, die de burgers begrijpen en waar zij achter kunnen staan. En dat is nu juist zo pijnlijk in het Rapport Demmers. Overleg is lastig en kost tijd. Veel gemakkelijker is om in een wet maatregelen dwingend voor te schrijven. En hoe reageert onze lokale politiek? Laten de raadsleden het maar op zijn beloop? Wordt er actie naar de Provincie ondernomen om de zelfstandigheid van het dorp te garanderen? Keert onze Raad zich met kracht tegen de voorgestelde maatregelen en worden Burgemeester en Wethouders gecorrigeerd ten aanzien van hun instemming met de Provinciale plannen zonder enige ruggespraak met de inwoners? Ik hoor nog niets van de politieke partijen, behalve van Dorpsbelang, die een avond heeft georganiseerd.