Cor Vervoort, (mede)bouwer van de Sint-Petrus Bandenkerk
Cor Vervoort, (mede)bouwer van de Sint-Petrus Bandenkerk Foto: Wil Feijen

Cor Vervoort, (mede)bouwer van de Sint-Petrus Bandenkerk

'Wilde koffie of thee?' vroeg Cor Vervoort toen ik bij hem binnenstapte. 'Thee graag', antwoordde ik. 'Luste er nog een kuukse bij?'. Nou graag, maar eerst het verhaal.

Cor Vervoort stamt uit een aannemersfamilie. Opa Vervoort was al aannemer, en de vader en oom van Cor eveneens. De beide broers hebben samen zo'n twaalf kerken gebouwd in de jaren '50 en '60 van de vorige eeuw, waaronder twee in Son. De Protestantse kerk aan de Zandstraat hebben ze gebouwd, en ook de Sint-Petrusbanden Kerk. Op 1 augustus 1959 werd de eerste steen gelegd door pastoor Pulskens, met een dankbaar hart zo staat er te lezen op de steen. De kerk werd ingewijd in 1960.

Spectaculaire brand
Al voor de grote brand in 1958 was er een roep om een nieuwe kerk, na de brand was er geen discussie meer nodig. Binnen twee à drie dagen was de nieuwbouw aanbesteed. Alleen de toren is overgebleven van de oude kerk, die zijn oorsprong had in de middeleeuwen. Vanwege het groeiende aantal gelovigen werd de oude kerk te klein, maar tot sloop en herbouw kwam het niet. Tot een spectaculaire brand de situatie veranderde.

Cor Vervoort heeft zelf als timmerman aan de bouw van de kerk gewerkt, die heel bijzonder is. De kerk is verdeeld in vijf vakken, ieder met een eigen overkapping. Er zijn dan ook geen (hinderlijke) pilaren in de kerk. Zowel de overkapping als de kolommen die de constructie ondersteunen zijn van beton. In de periode dat de kerk gebouwd is werden niet alleen de bekistingen waar het beton in gegoten werd maar ook de steigers van hout gemaakt, een heel werk! Het beton werd ook nog zelf gemaakt, zand, cement en grind werden in een betonmolen geschept, en met kruiwagens via twee liften naar boven gebracht. Er werd in twee ploegen gewerkt, een aan de voorkant, en een aan de achterkant van het gebouw. Via een loopbrug werd het beton naar het midden van elke overkapping gebracht en vervolgens gestort, waarna het naar de zijkanten liep. De kolommen aan de voorzijde waren te hoog om in één keer gestort te worden. Met de hand werd het beton geklopt, om het beton goed naar beneden te krijgen. De luchtbellen moesten eruit 'geslagen' worden, zodat het beton vaster zou zijn!

Metalen kistjes
Als de kwaliteit van het beton goed was, kon er na enkele weken ontkist worden. Om de kwaliteit te testen werd een klein gedeelte in een soort kubus gestort. Dit waren een soort metalen kistjes waar een schep beton ingedaan werd en die vochtig gehouden werden, het beton mocht niet te snel drogen. Zo konden ze controleren of het beton dat voor de kerk gebruikt was goed was.

Het was interessant werk, vond Cor, om het zover te krijgen dat het beton gestort kon worden. De timmerlieden, zoals Cor, maakten de bekistingen en de stellages. Als het zover was dat het beton gestort kon worden, hielp iedereen mee bij het storten, ook de timmerlieden en de metselaars.
Ook het stelwerk voor het metselwerk aan de voorkant van de kerk was uitdagend. De steenreliëfs verwijzen naar de apostel Petrus, de eerste paus. Van links naar rechts zijn te zien:

1. Vissen, gevangen in het net van Petrus
2. Petrus, geboeid voor het omgekeerde kruis
3. De handen van Petrus, bevrijd uit de banden (of boeien)
4. De handen van Petrus, geboeid voor de Hoge Raad
5. Tiara, de drievoudige pauselijke kroon

De timmerlieden moesten de profielen maken, aan de hand waarvan de metselaars te werk gingen. De timmerlieden bepaalden wat de metselaars metselden.
Het was ingewikkeld om de profielen in de juiste verhoudingen te bepalen om het ontwerp te vertalen naar het uiteindelijke uitvoering. Er zijn twee of drie verschillende diepten in het reliëf, wat aangegeven moest worden in de profielen. Soms zat er maar een halve steen verschil in diepte, met een zaagmachine werden de stenen op maat gemaakt. Ook de stalen kozijnen voor het glas werden door de timmerlieden gesteld.

Cor Vervoort heeft ook nog het natuursteen van het altaar mee helpen leggen. In totaal werkten er 6 timmerlieden aan de bouw van de kerk, samen met 8 metselaars (inclusief opperlui). De eerste die gedoopt werd in de nieuwe kerk was Henriëtte van Gerwen, wist Cor zich te herinneren.

Kerkenbouwers
De familie Vervoort zijn echte kerkenbouwers, in totaal zo'n twaalf kerken hebben ze gebouwd. De meeste kerken zijn niet meer in gebruik, sommigen zijn hergebruikt, een enkele zoals in Valkenswaard is afgebroken. Ook van deze kerk is de toren bewaard gebleven.

Van 1980 tot 1998 is Cor Vervoort zelfstandig aannemer geweest, hij heeft in Son huizen gebouwd aan de Rhonelaan en de Marnelaan. Het was lastig om begin jaren '80 te beginnen met een eigen aannemersbedrijf, hij werd door sommigen voor gek verklaard. Er werd weinig gebouwd, toch heeft Cor het voor elkaar gekregen! Nu geniet Cor van het leven, en brengt nog twee dagen in de week post rond in zijn wijk in Breugel. Zo leer je nog eens mensen kennen, zegt Cor.

De Sint-Petrusbanden kerk zou eigenlijk hergebruikt moeten worden, vindt Cor. Het gaat hem aan het hart dat de kerk afgebroken zou worden. De voorgevel is erg speciaal, kan deze niet geïntegreerd worden in het nieuw te bouwen gebouw, vraagt hij zich af? Dat zou Cor mooi vinden!

Het is een bijzonder ontwerp, door architectenbureau Geenen en Oskam uit Eindhoven ontworpen. Op zich is het ontwerp genoeg reden om de kerk te behouden, is de mening van Cor Vervoort. Hij zou wel eens gelijk kunnen hebben!


Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding