Afbeelding
Foto: Wil Feijen

Een Prins te rijk. Een terugblik met Prins Wim op Carnaval 2018

De onlangs overleden Prins Henrik van Denemarken heeft de titel Prins altijd als minderwaardig gezien en wilde graag Ko-ning genoemd worden. Dit geldt niet voor Prins Wim van Krutjesgat. Zelden heb ik een man zo blij gezien als Wim toen hij de Prins werd van Krutjesgat. Nu het Carnaval weer achter ons ligt, ben ik benieuwd naar zijn ervaringen. Ik stap cafeta-ria de Gentiaan binnen, eigendom van onze Prins Wim van der Heijden en zijn vrouw Ellen Leermakers.

Tekst: Adrie Neervoort
Foto: Wil Feijen

Een Prins uit volle overtuiging
Wim begroet mij hartelijk en we nemen plaats aan een tafel in de cafetaria. Wim kijkt mij vragend aan met olijke pretogen. "Wa wilde weten?" Kijk dat is nou wat je noemt een open vraag. Hoe heb jij het afgelopen Carnaval ervaren als Prins? "Daar kan ik maar één ding op zeggen," zegt hij met een vette lach. "Als iemand ooit aan je vraagt, wil je Prins worden van Krutjesgat, dan moet je meteen 'ja' zeggen. Fantastisch man, wat een geweldige ervaring".

En hij kan het weten, want op 3 juli 2017 kreeg hij namelijk deze vraag. Toch nam hij enige bedenktijd en na overleg met zijn vrouw Ellen, mede-eigenaar van hun cafetaria, kwam er een volmondig 'ja' als antwoord. Wim gaf aan dat hij eerst twijfel had, want er moest natuurlijk een hoop geregeld worden. Wim: "Als je 'uiteindelijk ja' zegt, ga je het Prins zijn voor 100% aan, dus alle ander zaken zijn in die periode bijzaak, zelfs onze eigen onderneming."

Gelukkig konden Wim en Ellen terugvallen op hun 12 personeelsleden en liep het snacken gewoon door. Wim: "En dan kun je niet meer terug en begint alles waar je volmondig 'ja' op hebt gezegd: het 11-11 bal, de zittingsavonden, de sleuteloverdracht, de ziekenbezoeken, de optocht en nog veel meer. Maar bovenal ben je vanaf dat moment Prins van Krutjesgat en sta je volop in de belangstelling."

Het was mijn, jullie, nee…..ons feest!
Natuurlijk kende Wim het Carnaval. Als klein 'menneke' was hij al te vinden bij het Carnaval in Best waar hij opgroeide. Hij woont inmiddels al 27 jaar in Son en Breugel. In al die jaren was hij graag aanwezig bij het Carnaval en alles wat daarbij hoorde. Hij vervolgt zijn verhaal: "Maar Carnaval als Prins meemaken, dat is echt niet normaal." Terwijl hij dit zegt, verschijnt op zijn gezicht een brede grijns en vertelt hij met twinkelende oogjes. "Ongelofelijk wat ik allemaal heb mogen meemaken tijdens Carnaval. Weet je dat het vooral die kleine dingen zijn, om Carnaval heen, die mij erg geraakt hebben. Neem nou het bezoek aan Zonhove of het huisbezoek bij een zieke inwoner van Son en Breugel."

De rillingen liepen over mijn rug
Serieus zegt hij: "In de tent stond ik jaren als toeschouwer, met een glas bier in mijn hand te kijken naar wat er gebeurde op het podium. Nu stond ik daar zelf met voor mij alle Krutjes- en Krutjesrapperinekes die zin hadden in een feestje. Ik hoop dat ik mijn motto, 'We snacken naor di fisje', heb weten over te brengen op iedereen, het was: mijn, jullie, nee….ons feest!" Wat was een emotioneel moment? Wim: "Ik huil niet snel, maar dit gevoel vergeet ik niet gauw. Ik stond tijdens de optocht op de Prinsenwagen. Aangekomen bij de hoek Wilhelminalaan/Nieuwstraat adviseerde Jasper van Zuuren mij om op het hoogste plekje van de wagen te gaan staan. Want dan zou ik de hele Nieuwstraat kunnen overzien. Terwijl de wagen de Nieuwstraat indraaide stond ik op de hoogste positie en zag al die mensen, vrolijk uitgedost aan weerzijden staan en ik dacht ongelofelijk dat ik hier mag staan. De rillingen liepen over mijn rug." En de laatste dag na de laatste noten van Vangrail," ongelooflijk"

300 vrijwilligers en één Prins
Tijdens het afgelopen Carnaval heeft Wim een ontdekking gedaan die hij graag met ons wil delen. "Er zijn heel veel onzichtbare krachten tijdens Carnaval aanwezig. Zonder hun inzet zou Carnaval helemaal niet kunnen plaatsvinden. De mensen die wij zien tijdens Carnaval, op het podium, tijdens de optocht en alle activiteiten zijn heel belangrijk, maar nog belangrijker zijn de mensen die je niet ziet. In totaal zijn er een kleine 300 vrijwilligers betrokken en een groot deel daarvan werkt keihard achter de schermen. Eigenlijk zijn zij veel belangrijker dan de Prins, want zonder deze vrijwilligers kan een Prins en dus Krutjesgat helemaal niks." Daarom is hij ook blij dat hij in Son en Breugel woont, want wat ze hier doen met carnaval gebeurt in omliggende gemeentes echt niet: 4 zittingsavonden, 1 seniorenmiddag en 4 dagen carnaval in een uitverkochte tent, daar mogen we met zijn alle trots op zijn.

Als ik thuis achter mijn computer het verhaal uitwerk, bedenk ik, dat het Prins zijn je op een andere manier naar ons dorp en zijn inwoners laat kijken. Het maakt je bewust van het kleine, de betrokkenheid en de kracht van ons dorp. Het verandert je als mens. Wellicht dat het voor sommigen van ons dan ook eens goed zou zijn om eens even Prins van Krutjesgat te zijn.


Afbeelding