Afbeelding
Foto: Luc van de Wiel

Een kijkje in de Nieuwe Wildernis

Als ik denk aan een natuurgebied, denk ik niet direct aan Flevoland. Dan denk ik niet aan een gebied, dat zo'n 50 jaar geleden nog de bodem vormde van het IJsselmeer, voorheen de Zuiderzee. Tussen Almere en Lelystad ligt het natuurgebied de Oostvaardersplassen, ooit bestemt om industriegebied te worden à la Botlek. Die industrie kwam er nooit, waardoor de natuur een kans kreeg. Een kans die het met beide handen aangreep!

Door: Luc van de Wiel
Foto's: Mark van Wijk, Gineke de Laat en Luc van de Wiel

Een aardig grote groep mensen had zich verzameld op het Kerkplein in Son, in afwachting van de bus. Mijn vrouw en ik hadden ons aangemeld voor een excursie, georganiseerd door de IVN, om het 55-jarig bestaan te vieren. De bestemming: de Oostvaardersplassen, die ik alleen ken van de indrukwekkende documentaire de Nieuwe Wildernis. Om 8.30 uur op een mooie, zonnige zaterdagochtend komen zo'n 55 belangstellenden bijeen. Het is een gezellig clubje, waarvan de gemiddelde leeftijd boven de 55 ligt. Toeval?

Vertrek op schema
Als de bus er aan komt, ontstaat een sfeer die doet denken aan de schoolreizen van vroeger. Tegenwoordig hoef je niet meer aan te komen met schoolreisjes naar de Efteling of zo, voor mijn generatie was dat nog bijzonder. Op de bus staat: 'Busreizen naar Tirol', het is maar te hopen dat de chauffeur niet de verkeerde afslag neemt. Hoewel…

Het blijkt dat Hein, onze chauffeur, de andere ochtend naar Tirol vertrekt, ik zou er jaloers van kunnen worden. Maar nee, ik ben al geweest van het jaar. Geduld!

Vrijwel op schema vertrekken we naar Flevoland, onderweg rijdend langs groene, grazige weiden, die niet zo gek lang geleden nog geel en dor waren. Rivieren slingeren zich als een schitterend, zilveren lint door het zonovergoten landschap. Als we in Flevoland aankomen, zien we eveneens groene weiden op wat eens zeebodem was. Het is een vreemde gewaarwording.

In het bezoekerscentrum krijgen we eerst een kopje koffie of thee, met een stukje heerlijke appeltaart. Dan gaan we op weg, verdeeld over drie groepen, onder leiding van een gids. De gids van de groep waar mijn vrouw en ik mee meegaan heet Adrie, zo blijkt uit zijn naamplaatje. Of Adriaan, om precies te zijn. We lopen eerst door een bos, wilgen zo vertelt Adrie ons. Wilgen zijn pionier planten, planten die zich als eerste op nieuw land vestigen, land dat net teruggewonnen is op de zee.

De natuur gaat haar gang
Eens was heel het gebied waar we doorheen lopen één groot bos, daar is buiten het eerste gedeelte niet veel van over. De oorzaak? De natuur, die haar gang gegaan is. De dieren die in het gebied leven eten 's winters boomschors, ze schillen als het ware de bomen. Daardoor worden de bomen vatbaarder voor ziekten, ook kunnen insecten makkelijker gangen boren in de stam, waardoor de boom nog verder verzwakt. Als de hele boom 'geschild' wordt, is de kans op overleven klein. Maar ook al is dat niet het geval, de boom is niet alleen kwetsbaarder voor ziektes, ook is ze minder goed bestand tegen stormen e.d.

Verder gaan we, langs een plas waar een lepelaar jong, aardig uit de kluiten gewassen, bedelend achter vader of moeder aanliep, die op zoek was naar voedsel in een ondiepe plas.
Verder gaat het, langs karpers die smekend hun bek uit het ondiepe water staken, hopend dat ze iets eetbaars toegeworpen kregen. Hoewel dat eigenlijk niet mag, gebeurt het blijkbaar wel.

Dan komen we op een prachtig, open terrein. Met een weids uitzicht, overal waar je kijkt, zie je riet en dode, geschilde wilgenstammen en een wonderschone, wolkenrijke Hollandse hemel. Adrie wijst ons op een plantje met gele bloemen, het Jakobs kruiskruid. Een giftige plant, die de leverfunctie aantast, zelfs als de plant gedroogd is. De grazers mijden de plant dan ook, tenzij ze veranderd is in een zwart getinte, uitgedroogde versie. Dan helpt het juist tegen wormen. Wonderlijk, hoe deze dieren dat weten. Kennis, die bij ons mensen verloren is gegaan.

Communicatiehopen
Langs een slingerend pad lopen we naar een uitkijktoren, onderweg moeten we voortdurend grote hopen uitwerpselen ontwijken. Het zijn de uitwerpselen van de Konik paarden, 'konik' is Pools voor klein. De paarden poepen volgens de hiërarchie, die elke kudde kent. Eerst degene die het laagst in de rangorde staat, de hoogste het laatst. Andere kuddes die langslopen, kunnen dan te weten komen wie hier geweest zijn, hoe gezond ze zijn en wat er te eten is. Het zijn communicatiehopen, zegt Adrie. Het is ook een manier!

Vlak voordat we de toren bereiken, zien we een kudde paarden. Magnifieke beesten, die helemaal niet zo klein lijken. Ze zijn een mengeling van afstammelingen van het Europese wilde paard (de Tarpan) en Poolse boerenpaarden. Het is geweldig, om ze van zo dichtbij te mogen zien!

In de toren zien we in de verte een groep edelherten grazen. We kijken uit over het grasland, wat niet toegankelijk is voor de mensen. Ergens in het gebied lopen ook Heckrunderen rond, helaas krijgen we die niet te zien. Er zouden ook zeearenden etc. rond moeten vliegen, ook die krijgen we helaas niet te zien. Hoe jammer dat ook moge zijn, er blijft genoeg te zien en te genieten tijdens de rondwandeling.

Ook na de rondwandeling, als we aan een goed verzorgde lunch beginnen. Na de lunch hebben we een uur voor onszelf, dat ieder op eigen wijze invult. Al nemen de meesten de gelegenheid te baat de prachtige omgeving nog wat verder te verkennen!

Rond 15.30 uur verzamelen we ons weer in de bus. Ook nu weer is de sfeer gezellig, al worden er nog net geen liedjes gezongen. Wel krijgen we een pakje appel- of sinaasappelsap, om het idee dat het een schoolreisje is te versterken.

Met een tevreden gevoel komen we weer aan in Son, na een prachtige dag waar we met volle teugen van genoten hebben. Met dank aan de IVN!


Afbeelding
Afbeelding