Grijze stoepranden

In de eerste helft van het artikel ‘Klachten over achterstallig onderhoud openbare ruimte’ in de krant van 30 september 2020 geeft de redacteur van DeMooiSonenBreugelKrant prima weer wat de problemen zijn met betrekking tot het achterstallig onderhoud en de gevaarlijke grijze stoepranden. Ook de foto’s zijn duidelijk.


Het middenstuk bevat een uitermate zwak weerwoord van de wethouder. Zo van ‘we doen heus wel eens wat’ met als uitleg dat ze wel eens een gevaarlijke tegel vervangen door een ander gebruikt exemplaar, want het mag natuurlijk niets kosten.

Ronduit link word ik van de woorden van de wethouder die gaan over die granieten stoeprandjes, volgens mij is het composiet, waar ik zo dramatisch over ben gecrasht ben. Hij zegt ronduit, zonder er ook maar enige reden voor te geven, dat ze daar gewoon niets mee gaan doen. Niets van ‘het heeft onze aandacht’ of ‘het is veel te duur want we moeten al 9 miljoen aan dat patsproject uitgeven’. En wat het ergste is, geen woord van compassie met de velen, want het zijn er niet zomaar een paar, er zijn meerdere ernstig gewonden plus alles wat nog net goed ging, maar wel gevallen is, die slachtoffer waren van dit laks beleid van de gemeente. Uit niets blijkt dat de gemeente maar een beetje geïnteresseerd is in het wel en wee van haar inwoners. Het zal ze hun gat roesten en ‘als m’n haar maar goed zit’.

Het is dit laatste stuk waar m’n bloed, ook als oud-huisarts, van gaat koken. Ik vind dat de verslaggever hier keihard door had moeten pakken, want dat is de teneur in het dorp: het interesseert de gemeente geen bal.

Martien Kroon
Son en Breugel