250 schapen grazen op Sonse Heide

Op de Sonse Heide bij het Oud Meer lopen sinds maandag 12 juli maar liefst 250 schapen van De Lachende Ooi uit Loon op Zand. De ooien, vrouwtjesschapen, zorgen voor het terugdringen van vergrassing, zodat struikheide en dopheide en andere planten weer beter kunnen gaan groeien. Begrazingsbedrijf De Lachende Ooi is gespecialiseerd in landschapsbeheer door inzet van schaapskuddes op natuurterreinen en is door Bosgroep Zuid uitgenodigd om hun kudde vijf dagen te laten grazen op de Sonse Heide.

Redacteur: Emmy Grit
Fotograaf: Wil Feijen

Bosgroep Zuid heeft een plan opgesteld en uitgewerkt en in overleg met de gemeente Son en Breugel aangegeven wat er jaarlijks nodig is om de kwaliteit van de Sonse Heide te verbeteren en te waarborgen. De beste optie om de grassen terug te dringen is het inzetten van een kudde schapen. Fer Meijer, medewerker van Bosgroep Zuid: “De heide wordt overwoekerd door onder andere de ‘bochtige smele’ en het ‘pijpenstrootje’. De bochtige smele is een vaste plant uit de grassenfamilie met lichtzilverkleurige aartjes in de pluimen, het pijpenstrootje is ook een vaste plant uit de grassenfamilie.” Doordat de schapen een aantal dagen grazen op de heide wordt bereikt dat de heideplanten weer meer ruimte krijgen om zich te ontwikkelen en te groeien, waardoor er volop kiemingsmogelijkheden voor wilde bloemen en kruiden ontstaan.

Dicht toplaag op de bodem
Behalve het grazen van de bochtige smele en het pijpenstrootje vertrappen de schapen ook het ‘grijskronkelsteeltje’, dat tot de mossen behoort. Het grijskronkelsteeltje heeft zich de afgelopen jaren, mede door de verzuring en stikstofdepositie, flink kunnen ontwikkelen, waardoor een zeer dichte toplaag op de minerale zandbodem is ontstaan; andere planten kunnen zich hierdoor bijna niet ontwikkelen. “Doordat het mos vertrapt wordt krijgen nieuwe planten, grassen en kruiden ruimte om zich te ontwikkelen en dat is weer goed voor de flora en fauna”, licht Fer toe.

Rondtrekkende zaadverspreiders
Een ander voordeel dat Fer noemt is dat de schaapskudde een rondtrekkende zaadverspreider is: “Via hun vacht en hoeven verspreiden ze zaden. De kudde graast op verschillende plekken, waardoor verspreiding van zaden van wilde planten mogelijk is. Zo komt er een goede biodiversiteit in het gebied en daar hebben mens en dier weer voordeel van.”

Drie-eenheid
Bosse van Swaay, de herder van De Lachende Ooi, brengt samen met zijn hond Happy de kudde naar de verschillende plekken. “We zijn een echte drie-eenheid: het is een samenspel tussen herder, hond en schapen”, legt de herder uit. De schapen gaan ’s morgens eerst naar stukken grond met begroeiing die ze niet zo lekker vinden. “Omdat ze honger hebben, eten ze bijvoorbeeld jonge berkjes op die niet op die plek moeten groeien. Als de magen goed gevuld zijn, gaan we naar plekken waar de kudde kan genieten van grassen die ze echt lekker vinden.” Na een dag ‘hard werken’ worden de schapen door de herder en zijn hond begeleid naar het nachtvak, waarna de volgende dag een ander gedeelte van de heide begraast gaat worden.

Tot vrijdag 16 juli staan de schapen nog te grazen in de buurt van het Oud Meer.