(Schijn)starterslening opnieuw op de agenda
Naar aanleiding van een eerder geplaatst verhaal in deze krant met als titel ‘Starterslening van gemeente is in deze tijd een schijnlening’ werd afgelopen week een motie door CDA en DorpsVisie ingediend om op korte termijn te willen bespreken of deze stimulerende bedoelde starterslening nog voldoet aan de huidige tijd of dat er aanpassingen nodig zijn.
Redactie: Ineke van Uden
Terug naar begin dit jaar. Aafke van Tits-Kleinhuis vroeg de krant om aandacht te schenken aan het feit dat de startersregeling van de gemeente niet meer van deze tijd is. Want zo zei Aafke: “In Son en Breugel kom je alleen voor een startersregeling in aanmerking als je een huis onder de 210.000 euro koopt. Nou, voor die prijs staan er allang geen huizen meer te koop. Dus is de starterslening een schijnlening.” Ze bleek gelijk te hebben. Want tussen 2013 en 2017 maakten 20 starters gebruik van de lening, maar na 2017 zijn er geen startersleningen meer uitgegeven. Omdat er geen huizen meer te koop staan voor die prijs.
Even voor de duidelijkheid: Startersregeling, wat is dat?
In 2013 besluit de gemeenteraad om starters een kans te bieden op de woningmarkt. De startersregeling overbrugt het verschil tussen de prijs van het huis en het bedrag dat je maximaal - volgens de normen van de Nationale Hypotheek Garantie - bij de bank kunt lenen. De aanvrager moet meerderjarig zijn, woonachtig in Son en Breugel, het moet gaan om de koop van een eerste huis, de lening is maximaal 40.000 euro en de totale koopsom mag niet hoger zijn dan 210.000 euro.
Omliggende gemeente hoogden eerder al de koopsomprijs op: Gemeente Best zit op 310.000 euro en in Nuenen telt de startersregeling tot een koopsomprijs van 405.000 euro.
Als het aan de Pvda/Groenlinks ligt zou morgen de startersregeling van Son en Breugel ook aangepast mogen worden naar 405.000 euro. Joris van Dam: “Het is kennelijk een succesvolle regeling geweest. Het is een bestaande regeling. Laten we gewoon het bedrag zo snel mogelijk aanpassen.” Dit ging andere raadsleden allemaal iets te snel.
In de motie staat dat de gevolgen van het ophogen van een koopsom wel bekend moeten zijn. Om die gevolgen te onderzoeken vraagt dat ambtelijke capaciteit en die blijkt beperkt te zijn. Het aanbod van wethouder Jelle de Jong om de starterslening te gaan bespreken als de raad gaat praten over het totale plaatje rondom wonen bleek voor de meeste partijen te ver naar voren geschoven. Dorpsbelang en D66 stemden tegen de motie omdat ze het ambtelijk apparaat niet verder onder druk willen zetten. De overige partijen stemden in met de motie en dus komt op korte termijn de startersregeling opnieuw op de agenda.