Agnes de Nooij en Frank Poppelaars
Agnes de Nooij en Frank Poppelaars Foto: Wil Feijen

Vrijwilliger bij Brandweer Son en Breugel

Algemeen

Son en Breugel - Met slechts 22 vrijwilligers, onder wie 3 bevelvoerders en 7 chauffeurs, vormt het brandweerkorps van Son en Breugel een essentieel onderdeel van de gemeenschap. Nieuwsgierig naar het reilen en zeilen bij de vrijwillige brandweer in Son en Breugel stapte onze correspondent Hennie van Hagen de kazerne in Son en Breugel binnen en sprak met twee lokale helden van de brandweer: Agnes de Nooij, bevelvoerder met 10 jaar ervaring, en Frank Poppelaars, al jaren vrijwilliger bij het brandweerkorps.

Redactie: Hennie van Hagen

De voertuigen, waaronder een tankautospuit (TS) en een verbindingscommandovoertuig (VC), zijn zorgvuldig uitgerust met middelen voor verschillende noodsituaties, zoals branden en verkeersongelukken. De TS draagt 1500 liter water, voldoende voor de eerste fase van calamiteiten, volgens Frank.

Frank vertelt: “Je staat verbaasd wat je kunt blussen met 100 liter water mits je het goed doet.” Agnes: “Bij het uitrukken gaan er standaard zes personen mee in het TS-voertuig: een bevelvoerder, een chauffeur, vier manschappen en soms een stagiair. Een bevelvoerder moet altijd aanwezig zijn; zonder een bevelvoerder rukt de auto niet uit. In Son en Breugel zijn er drie bevelvoerders en dat zijn er echt te weinig.” 

Vrijwilliger word je niet zomaar, daar gaat een hele procedure aan vooraf en een opleiding

Op dit moment is er één lid van het korps in opleiding voor bevelvoerder. Na de sollicitatieprocedure, die inmiddels is afgerond, zijn er op dit moment twee personen die binnenkort het korps komen versterken. En vrijwilliger word je niet zomaar, daar gaat een hele procedure aan vooraf en een opleiding. Je moet niet denken van: dat doe ik even. Je moet 18 jaar zijn, een rijbewijs hebben en in het dorp wonen omdat je na een oproep binnen vier minuten op de kazerne moet zijn. En ook heel erg belangrijk: je moet passen in het team.

Daarbij duurt de opleiding twee jaar met een cursus van één avond in de week, of een opleiding van één jaar, maar dan met een cursus van een hele dag per week. Je bent dan ook direct stagiair. Elke dinsdagavond zijn de oefeningen en ook hier moet een stagiair aanwezig zijn. Iedereen krijgt een training in o.a. reanimeren, het openknippen van voertuigen, etc. Na de opleiding ben je manschap A en word je gekoppeld aan een ervaren lid van het korps, en na enkele jaren ervaring wordt iemand manschap B.

De opleiding van bevelvoerder gaat nog verder en kan pas na enkele jaren ervaring van start gaan. Dit is een pittige opleiding die ook twee jaar duurt. Het is een verantwoordelijke functie en je moet 24/7 beschikbaar zijn. Om chauffeur te worden krijg je nog eens extra opleiding.

Brandje blussen
Uit de enthousiaste verhalen van Agnes en Frank blijkt wel dat het werk niet alleen bestaat, zoals toch veel mensen denken, uit een brandje blussen, maar echt veel verder gaat. Ze worden o.a. ook opgeroepen bij verkeersongelukken, reanimaties, en vooral de laatste jaren zijn ze ook betrokken bij het opruimen van drugsafval en onlangs nog bij het opruimen, samen met EOD, van een fosforgranaat uit WO II.

Alle vrijwilligers krijgen ook bijscholingscursussen en een periodiek preventief medisch onderzoek (PMMO). Tegenover vroeger zijn er nu nieuwe strategieën van blussen, wat o.a. te maken heeft met het blussen van elektrische auto’s en zonnepanelen. Ook zijn er brandweerwedstrijden, zowel regionaal als landelijk, en het korps heeft al diverse bekers in de prijzenkast staan. Het deelnemen aan een wedstrijd is een keuze van het korps zelf.

“Er is veel veranderd. Vroeger regelde het korps alles zelf, en er valt heel wat te regelen. Denk aan de brandweerpakken, beschermingsartikelen, ademluchtmaskers, en zuurstofflessen die leeg zijn en weer geruild/gevuld moeten worden. En bijzonder is dat in het voertuig altijd flessen water aanwezig zijn: denk aan hitte bij bosbranden, dan is het heel belangrijk dat er veel gedronken wordt. Het zijn details, maar ze moeten er wel zijn”, zo legt Agnes uit.

Het vertrouwen in elkaar, het sociale gevoel en iets kunnen betekenen voor het een en ander en het dorp

Op de vraag waarom het zo mooi is om vrijwilliger te worden of te zijn bij de brandweer, waren Agnes en Frank eensluidend: “De hechtheid onder elkaar, het vertrouwen in elkaar, het sociale gevoel en iets kunnen betekenen voor het een en ander en het dorp. En er altijd zijn voor elkaar indien nodig.” Kortom, het is een hele hechte, fijne club. Ook staat na een heftig incident altijd het TCO (team collegiale ondersteuning) klaar, en ook belangrijk in deze situaties: de bevelvoerder houdt de mensen goed in de gaten. Frank en Agnes zijn ook lid van het bestuur van de personeelsvereniging die o.a. uitjes organiseert, kinderfeestjes, en de nieuwjaarsborrel e.d. Frank lachend: “Uiteraard wordt hierbij wel eens een biertje gedronken, maar er is altijd een ‘colateam’ dat paraat blijft.”

Met een oproep aan potentiële vrijwilligers benadrukken Agnes en Frank dat er altijd behoefte is aan meer handen. Er komt heel wat bij kijken bij vrijwilliger worden en zijn bij de brandweer, maar het zijn deze lokale helden die dit werk vrijwillig doen, vaak met gevaar voor eigen leven