Afbeelding

Van hoofd Konijnenzorg tot Taalvirtuoos

Human Interest

Wim Daniëls, geboren in 1954 in Aarle-Rixtel, is schrijver, taalkundige, theatermaker, woordkunstenaar en regelmatig te zien en te horen op tv en radio. Hij schreef al meer dan 100 boeken over uiteenlopende onderwerpen; taalgeschiedenis, spelling, water, gezondheidsthema's, om er maar eens een paar te noemen.

Door: Arjen Strik

We spreken met Wim Daniëls op een warme voorjaarsdag in woon-zorgcentrum Berkenstaete te Son en Breugel. Hij gaat er een voordracht houden als 'speciale gast' bij de officiële opening van 'Goud voor Oud'. (Zie over 'Goud voor Oud' een ander artikel in deze uitgave.)

Een voordracht heeft hij niet op papier staan, hij vertelt, voor de vuist weg, zijn levensgeschiedenis en hoe zijn fascinatie voor taal is ontstaan. Hij schildert ons hoe hij als jongetje, geboren in Aarle-Rixtel , werd grootgebracht met het dialect van zijn ouders en van het dorp. Toen hij zo'n 12 jaar was ontdekte de jonge Wim dat er, door import van 'buitenstaanders' uit naburige dorpen en provincies, toen al allochtonen genoemd, ook andere dialecten en talen bestonden, waaronder Algemeen Nederlands.
Dat was het begin van zijn taalfascinatie. Wim Daniëls werd daardoor, zoals hij zelf zegt, taalbeschouwer en ging woorden ontmaskeren, ofwel de oorsprong van allerlei woorden onderzoeken. Vroeger had hij thuis van zijn vader de functie gekregen van 'hoofd konijnenzorg'. "Zorg jij maar dat ze voldoende 'ertschalle' (paardenbloembladeren) te eten krijgen,"
zei z'n vader. De jonge Wim zag in het woord 'ertschalle' aardgal, omdat de bladeren van de paardenbloem zo bitter smaken.

Typisch Dialect
"Zo werd er in ons gezin ook gesproken over 'brandestransie' (brandverzekering, of brandassurantie), 'petazzie' (stamppot, afkomstig van potage), 'kuukske' (koekje), 'ollienutjes' (pinda's, ofwel olienootjes), 'ollieklonje (eau de cologne, ofwel 4711)." Wim Daniëls legt uit dat zeer veel van die dialectwoorden, maar ook woorden in het Algemeen Nederlands, door de vroegere Franse overheersing, leenwoorden zijn.
Zoals eau de cologne (water uit Keulen), dat kennelijk een deftiger woord was dan 4711, op welke huisnummer de reukwaterfabriek in Keulen gevestigd was. 4711 werd gezegd door moeder Daniëls als ze de stank van de poepdoos wilde verdrijven. In alle ander gevallen, zoals bij familievisites, noemde ze het 'ollieklonje'. Maar ze had het ook over een schon onderboks': "Zeurgt 'r vur degge 'n schon onderboks an het, want ge wit nooit of ge in 't ziekenhois koomt te ligge." Zo vertelt Wim Daniëls allerlei merkwaardigheden over taal. Te veel om hier te noemen."

Algemeen Nederlands
"Tot de jaren vijftig en zestig was het dialect de lokale spreektaal en het Algemeen Nederlands de officiële en bestuurstaal van ons land. In die tijd, jaren zestig, sprak op mijn lagere school 90% van de kinderen dialect als moedertaal. Momenteel, is dialect voor nog maar heel weinig kinderen de moedertaal." Het heeft volgens hem allemaal met mobiliteit te maken, die vooral in de jaren vijftig en zestig sterk opkwam. Mensen bleven niet meer op dezelfde plaats wonen, maar gingen naar elders, begonnen op vakantie te gaan, enzovoort. Het dialect is daar op een zeker moment niet meer tegen bestand. Son en Breugel is een goed voorbeeld van een plaats die qua populatie het resultaat is van een sterk toegenomen mobiliteit en migratie. Het dialect is daarvan het logische slachtoffer. Het is misschien jammer, maar mobiliteit heeft ook grote voordelen.

Lokale eenheid
"Er is in de loop van de tijd veel schaalvergroting opgetreden," zegt Wim Daniëls. Zijn eigen geboortedorp, Aarle-Rixtel (hij woont nu evenwel in Eindhoven) heet tegenwoordig Laarbeek, als fusiegemeente van Lieshout, Beek en Donk, Mariahout en Aarle-Rixtel. Maar juist doordat die schaalvergroting er is, is er ook behoefte aan houvast in de naaste omgeving; anders raak je verloren. Daarom vindt Wim huis-aan-huisbladen, zoals de DeMooiSonenBreugelKrant zo belangrijk. Die houden de steeds groter wordende wereld op geregelde tijden ook klein. Ze bevorderen het contact tussen mensen."
Wim komt vaak bij ouderen voor het geven van lezingen, bijvoorbeeld over de jaren vijftig en zestig, waarover hij het boek 'De taal van toen' schreef. Deze middag in de Berkenstaete heeft hij er ook weer zichtbaar plezier in.


Wim Daniëls laatste boek is: 'De baarmoeder', dat hij geschreven heeft samen met gynaecoloog Dick Schoot van het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven. In dit boek leggen de twee mannen op eenvoudige, toegankelijke en verhelderende wijze uit hoe de baarmoeder precies werkt, zowel in zwangere als in niet- zwangere toestand.


Afbeelding