Foto: Rob Nijmeijer
Foto: Rob Nijmeijer foto Rob Nijmeijer

Trek lessen uit het verleden en neem die mee in de toekomst.

Algemeen

Ons dorp heeft Mooie mensen. Mensen met een verhaal, mensen met een passie en mensen met een bijnaam. Iedereen in Son en Breugel kent Geit, die trots is op die voornaam en zijn geboortevoornaam dan ook niet meer gebruikt. Daarover verderop meer..
Minder mensen zullen weten dat hij Emmery met de achternaam heet, vrachtwagenchauffeur van beroep is en in Breugel woont met een Hongaarse vriendin.
Hij heeft veel, heel veel te vertellen en het is een middag vol anekdotes, veel lachen en bakken koffie. Trots op zijn geboortedorp, waar hij zich al heel lang hart maakt dat ons cultureel erfgoed bewaard wordt.

Door Désirée Brugmans

Geit heeft ongeveer drie-en-een-halve week geleden een ernstig ongeluk gehad. Het ging als een lopend vuurtje door het dorp.
Weer thuis: "Ik hoorde iemand zeggen dat ik hersendood was en ik heb zelfs gehoord dat ik armen en benen heb gebroken. Daarom wil ik graag mijn verhaal aan de krant vertellen zodat iedereen kan lezen wat er wel is gebeurd."
Hij was 's avonds op de fiets, goed verlicht, op weg naar zijn werk in Eindhoven. Op de kruising Van de Elsenstraat en St. Hubertuslaan zag hij een auto vanuit Son aankomen, die hem voorrang moest verlenen. Deze remde sterk af, maar gaf erna weer vol gas. Geit realiseerde zich al snel dat hij niet kon uitwijken en dat de bestuurder hem niet zag.
"Ik dacht twee dingen: Daar ga ik weer! Op hoop van zegen! Vliegend over de motorkap, bijna tegen het raam, dacht ik ook nog: Verrek, hij geeft nog steeds gas.
Ik ben een paar minuten weg geweest en wilde toen opstaan. Ik was tenslotte op weg naar mijn werk, maar iemand zei: Je bloedt uit je oor.
Toen heb ik mijn planner maar gebeld, want de transportwereld is altijd stress. Die zei nog: Waar haal ik zo vlug weer een chauffeur vandaan?
Ik had geen keuze. Doordat ik zo goed bij kennis was, hoefde ik niet mee met de traumahelikopter, maar wel in de ambulance. Heb daar nog overgegeven en ze schrokken omdat ze dachten dat ik bloed overgaf."
Met een grote grijns: "Er was niets aan de hand. Ik had rode bietjes gegeten."

Ziekenhuisverloop
"In het Elisabeth ziekenhuis in Tilburg werd ik met ernstig hoofdletsel opgenomen en heb twee dagen op de Intensive Care gelegen."
Voor de correspondent vertaalt hij het doktersrapport en maakt van de Latijnse namen Jip en Janneke taal. "Mijn schedel is kapot en dat loopt door tot het gehoorkanaal. Schedelbasisfractuur aan de linkerkant en ik heb hersenkneuzingen. Links is mijn schouder gekneusd. Het rotsbeen rond het gehoororgaan is gebroken. Mijn linkeroor werkt nog maar voor 5% en het rechteroor hoort nog maar 50%. Heel vervelend, want ik hoor de mobiel en voordeurbel niet goed.
De huisarts heeft aangegeven dat ik veel geluk heb gehad. "
Met een lach: "Het had ook erger kunnen zijn, maar je had het ook niet kunnen hebben!"
Na twee dagen op de Intensive Care werd hij overgeplaatst naar afdeling Neurologie en hij wilde aan de wandel. "Mijn kleding was echter kapot geknipt en ik had niets bij mij. In het ziekenhuis hadden ze nog een T-shirt, maar ik had geen zin om in mijn blote kont over de gang te lopen. Ik heb toen aan een zuster gevraagd of er een collega van huis naald en draad mee kon brengen. Van handdoeken heb ik toen een rokje gemaakt en dat bij elkaar gehouden met bretels die nog heel waren gebleven.
Ik heb mij na 2,5 dag uit het ziekenhuis kunnen praten, want ik ben thuis selfsupporting."

Binnen 15 jaar is dit zijn derde ongeluk geworden. "Altijd de schuld van een ander. Zelf rijd ik al 15 jaar schadevrij in de vrachtwagen!"

Fietser
Hij heeft zelf geen auto en maakt kilometers op de fiets.
Met een kwinkslag. "Ik heb geen auto nodig om een ongeluk te krijgen. Daar zijn andere mensen voor."
Decennia geleden maakte hij grote toertochten. "Toen fietste ik net zoveel als ik nu archeologie doe! Het was toen heel gewoon om 200 tot 300 kilometer per dag te doen. Op vakantie, 25-30 jaar geleden, was zelfs een keer de langste dagafstand 435 kilometer!"

Hoe gaat het nu verder?
Ik moet veel slapen, 15 uur per dag. Als medicijn tegen de hoofdpijn drink ik veel. Daarnaast moet ik minstens zes weken rust houden.
Van buiten lijkt er niet veel aan de hand, maar slaap ik niet genoeg dan krijg ik koppijn.
Links hoor ik niks en er knakt van alles in mijn hoofd als ik op de linkerkant lig."
Weer met een lach: "Gewoon blijven eten, ademhalen en lachen!"

Wat houd je er daarna nog aan over?
Ik zal het wel zien. Ik moet wel veel regelen. Mag ik nog wel ooit rijden? Ik moet een nieuwe fiets hebben en hoe zit het met schadeverhaal?

"De kunst is de kwaliteit van het goede te zien."
Dat zegt Geit vastberaden. "Dan komt het goed. Het gaat mij om de kwaliteit van leven en ik ga dus gewoon door met het leven.
Het leven is keuzes maken vanaf het moment waarin je nu zit en maak die keuzes op basis van levenservaring; wel omkijken dus. Heel het leven is keuzes maken. Ieder moment van de dag.
Teveel mensen gaan voor de keuze van geld. Ik vind dat uitsluitend een middel om het leven inhoud te geven. Als geld het doel is, hoe zit het dan met de kwaliteit van leven? We worden aangestoken door de media en economische en financiële belangen. Mensen wordt iets aangepraat, maar de vraag is of ze die behoefte ook hebben.
Bijvoorbeeld bij programma's als Goede Tijden Slechte Tijden worden bewust producten in beeld gebracht in de hoop dat mensen die gaan kopen. Zo wordt mensen van alles aangepraat. Mensen blijven vervolgens maar rennen om aan het aangeprate gedragspatroon te voldoen. Ik ben al lang gestopt met rennen.
Ik heb mij ooit in het kader van een onderzoek psychologisch en psychisch moeten laten onderzoeken. Er kwam uit dat ik een kleurrijk en excentriek persoon ben die het wel degelijk goed op orde heeft!"

Het archeologenwerk
Iedereen in het dorp kent Geit van het archeologenwerk in het dorp.
"Het pand op de Wilhelminalaan, De Villa, is geschikt als zeer beperkte werkruimte, maar niet als opslag voor archeologie." Hij laat zien hoeveel al aangevreten is door muizen en dat het ook niet te stoppen is.
"De gemeente heeft mij aangegeven dat ik er voor kies om archeologische opgravingen te doen, dus ik moet maar zelf zoeken naar opslagruimte. Ik heb al veel eigen geld geïnvesteerd in garageboxen en andere opslagplekken.
Ik breng alles in het veld in kaart. Heb gewoon meer ruimte nodig om dingen schoon te maken, te drogen en te bewaren en dat kost nu helaas teveel geld.
Gemeente wil met alles voorop staan, maar als het geld kost en ze kunnen er niet mee scoren, dan houdt het op.
Sinds een kleine tien jaar moet iedere gemeente een archeologiebeleid hebben en daar uitvoering aan geven. Dat beleid is gebaseerd op een archeologische waardenkaart verankerd in bestemmingsplannen.
Ik heb eigenlijk gewoon twee containers nodig voor verwerking en opslag en dat is al teveel gevraagd. Als ze zorgen voor een computer, digitale camera en scanner, dan kan ik alles ook vastleggen. Maar nu: geen facilitering, geen resultaat. Hoe kunnen we dan toch de kennis over ons verleden delen?"

Archeologenwerk is zoeken naar bodemsporen
"Wat belangrijk is om te vertellen is dat wij niet naar spullen zoeken, maar naar bodemsporen. Dat wat mensen in het verleden in de grond gegraven hebben, daar is de natuurlijk bodemopbouw gewijzigd en terug te zien als vlekken in de grond. Aan de hand van de vorm van de vlekken kun je herleiden waarom mensen daar indertijd gegraven hebben. Bijvoorbeeld om boerderijen te bouwen, waterputten te maken of mensen en/of afval te begraven. Materieel gezien vind je vooral nederzettingsafval terug in de bodem. Afval is tijdsafspiegeling. Een scherfje aardewerk van 80 jaar geleden ziet er heel anders uit dan dat van nu. Afval is dus tijdsspecifiek en vertelt veel over de levenswijze en status van de mensen. Ook nu kun je bijvoorbeeld aan de hand van de inhoud van de vuilnisbak van de buren zien waar zij zich mee bezig houden."

Zwetsverhaal in de krant: vertraging bij de verbouwing van De Zwaan
Geit zegt geïrriteerd: "Er stond een zwetsverhaal in de krant: Door de archeologie is er vertraging opgelopen met het bouwen van de nieuwe zaal van De Zwaan. Daardoor moet er met de Carnaval worden uitgeweken.
De planning was dat ergens rond de zomer de nieuwbouw klaar zou zijn, dus als je pas eind oktober gaat bouwen dan ben je niet binnen drie maanden klaar. Je mag dan blij zijn als je vloer is gestort.
Voor de zoveelste keer wordt er nu weer gesteld dat het aan de archeologen ligt."
Geit gaat voor de uitleg eens goed zitten. "In bestemmingsplannen zijn archeologische waardenkaarten verankerd. Wil je een bodemingreep gaan doen, dan ben je eigenaar om de grond bovenin te gebruiken. Ga je dieper, dan moet je een vergunning aanvragen. Je bent geen eigenaar van de ondergrond, want dat is van de staat.
Voor het bouwplan van De Zwaan was, in goed overleg en vastgelegd in de vergunning, geregeld dat de fundering zou bestaan uit schroefpalen. Deze veroorzaken een geringe verstoring van de archeologische ondergrond waardoor verder archeologisch onderzoek niet noodzakelijk zou zijn. Boven de waardevolle ondergrond zouden funderingsbalken gestort worden.
Tijdens het slopen van de bestaande zalen heeft een onderzoeksbureau in samenwerking met Geit en de regio-archeoloog (bevoegd gezag namens de gemeente) de diepte van de archeologisch waardevolle bodem vastgesteld.
Afgesproken en in de bouwvergunning vastgelegd is dat er niet dieper dan 70 centimeter gegraven zou worden. Op deze wijze kon het bouwplan zonder belemmering voor enige partij uitgevoerd worden.

Waarom verplicht bodemonderzoek bij De Zwaan?
Maar wat gebeurde er?
"Donderdags kreeg Bert-Jan de vergunning en ik fiets 's maandags daarop langs het terrein. Tot mijn stomme verbazing zie ik dat alles twee meter diep wordt afgegraven. Dit waren niet de afspraken die gemaakt waren met architect, aannemer en opdrachtgever."
Geit verzucht: "Er is twee jaar goed overleg geweest en je hebt je hielen nog niet gelicht of de boel wordt besodemietert! Ik ben naar de gemeente gegaan en een half uur later is de vergunning ingetrokken. Dit is de derde keer dat het weer gebeurd bij een bouwproject in het centrum!

Dus vanaf toen: eerst alles opgraven en dan pas kan de bouw weer verder gaan.
Het is dus de beslissing van Bert-Jan geweest om in strijd met de vergunning de grond twee meter diep weg te graven. Dat betekent dat hij werd geconfronteerd met bodemonderzoek.
Hij is toen gaan piepen dat hij daar nu aan vast is komen te zitten. Hij heeft er zelf voor gekozen om na de vergunningverlening een ander plan te gaan uitvoeren!
Het is dan wel heel gemakkelijk om dan te zeggen dat hij de zaak niet op orde heeft met Carnaval als gevolg van archeologisch onderzoek! "

"Opgraven mag bij wet uitsluitend uitgevoerd worden door opgravingsbevoegde onderzoeksbureaus. Dit onderzoek is uitvloeisel van bodem verstorende activiteiten waardoor de verstoorder (Bert-Jan) de onderzoekskosten moet betalen. Dit is in de bouwvergunning als voorwaarde vastgelegd en ook in de wet."

Er wordt in Son volop gesproken over de verbouwing van De Zwaan. De burgemeester had een mooie anekdote tijdens de sleuteloverdracht, afgelopen zaterdag. Hij vertelde dat wij allen weten hoe een koe een haas vangt. Nu weten wij ook hoe een Geit een Zwaan vangt!

Geit vervolgt: "Het archeologisch onderzoek heeft uiteindelijk slechts anderhalve week geduurd, waarbij ik onbetaald heb mee gewerkt met het ADC (het onderzoeksbureau). Bijkomend voordeel is dat ik daardoor kan toezien op de kwaliteit van het onderzoek. De archeoloog van de regiodienst ziet toe op verdere naleving van de vergunningsregels."

Wat is er gevonden bij De Zwaan?
"Wij hebben veel bodemsporen gevonden.
We hebben in Son te maken met een grote nederzetting uit de Romeinse tijd. Al vele jaren zijn we op zoek geweest naar het grafveld behorende bij deze nederzetting. Wat er nu is gevonden is een klein stukje van het grafveld daterend uit de tweede eeuw.
Qua begrafenisritueel week het af van wat toen gangbaar was in de regio. Dit omdat Son onder Romeinse militaire invloed stond.
Vanaf de 8e eeuw is het gebied opnieuw voor landbouw en bewoning in gebruik genomen.
De zuidelijke rand rond de kerk maakte deel uit van een Middeleeuwse begraafplaats waarbij de fundering van de kerkhofmuur is aangetroffen.
Tijdens de herinrichting van het centrum van Son heb ik iets verderop een fragment glas gevonden van een flesje voor geparfumeerde geurolie uit de Romeinse tijd. Normaal gesproken vind je geen glas terug in een Romeinse nederzetting. Omdat het deels verbrand is, zal het een rol gespeeld hebben in een crematieritueel waardoor wij er vanuit mogen gaan dat ook hier begravingen hebben plaatsgevonden."

Mijn naam
Hij schaterlacht: "Ik ben een Sonse bok, genaamd Geit, met sterrenbeeld Ram. Iemand heeft, lang geleden, mij die naam gegeven. Er kwamen zoveel anekdotes als leuke herinneringen bij, dat ik die naam heb gehouden.
Als iemand een naam krijgt op basis van keuzes die je in het leven maakt, is het toch prima! Ik word bijvoorbeeld ook Bakfiets genoemd.
Anderen mensen hebben waarschijnlijk meer moeite met bijnamen, maar ik niet.
Het is wennen voor mensen als ze mijn voorletters zien of als ik mij moet legitimeren, maar als ze een keer mijn verhaal hebben gehoord en mij hebben gezien, dan vergeten ze dat nooit meer!"

Levensfilosofie
"Mijn levensfilosofie: veel mensen zeggen dat je niet om moet kijken. Ik zeg: Kijk om, trek lessen uit het verleden en neem die mee in de toekomst. Blijf vooral niet in het verleden hangen! Heel het leven is een leerschool. Leer dus vooral van het verleden."