Afbeelding
Foto: Wil Feijen

Column Judith: Geen knuffel

Algemeen Column

Son en Breugel - 97 is ze. En heel kwiek en bij de tijd. Of ik gehoord heb over het virus, vraagt ze me. Dat heb ik. Hoe kan het ook anders? In ons verpleeghuis wordt dringend geadviseerd om niet bij je naaste op bezoek te komen. Alle activiteiten zijn afgelast; tot de zondagsmis, die ze zo trouw wekelijks bezoekt, aan toe.

Het restaurant en het Grand Café zijn, begrijpelijkerwijs, gesloten. En dus zit ze op haar kamer. Helemaal alleen. Tijdens het ontbijt besprak ze met medebewoners haar verdriet om de eenzaamheid. Ondanks ieders eigen gemis troostten ze elkaar. Dan is er ineens dat ene telefoontje. Haar lieve dochter staat bij de receptie om de schone was te brengen. 

Mijn collega spoedt zich naar beneden en treft een emotionele dochter. Ze mist haar moeder en drukt ons op het hart goed voor haar te zorgen. Als blijk van waardering en grote dank voor het vertrouwen in onze zorg heeft ze een overheerlijke taart voor ons team meegebracht, vergezeld van een lovende dankkaart. 

Als verzorgende of verpleegkundige kun je nog zo’n groot zorghart hebben; dit soort acties blijven raken en ontroeren. Wat later ben ik op haar kamer, precies op het moment dat ze haar dochter aan de telefoon heeft. Ik bemoei me met het gesprek en bedank de dochter nogmaals voor haar mooie gebaar. Tevens verzeker ik haar dat ik moeder regelmatig zal voorzien van een dikke knuffel. 

In paniek roept ze: ‘Niet doen! Niet doen, Judith! Ik weet dat je je bijna niet zult kunnen inhouden, maar echt: niet doen! Geef haar maar een schouderklopje of zo, maar alsjeblieft niet knuffelen!’

Pfoeh, dat gaat nog een hele uitdaging worden...