Henk Veeneman
Henk Veeneman Foto: ©Heemkundekring Son en Breugel

Henk Veeneman, een mens met een naam om te onthouden

Algemeen Algemeen / Son & Breugel

Son en Breugel - Dit verhaal gaat over gemeentesecretaris Henk Veeneman, die in juli 1944 door de Duitsers werd gearresteerd en in een van de laatste treinen bij de ontruiming van het kamp Vught in het begin van september 1944 naar Duitsland werd getransporteerd. We hoorden pas veel later, in het voorjaar van 1946, dat hij op 14 april 1945, enkele weken voor de totale ineenstorting van het Duitse Derde Rijk, gestorven was in het concentratiekamp Mauthausen, ziek en uitgeput na een maandenlange onmenselijke behandeling. Om hem te herdenken, wordt dit artikel over hem geschreven, over zijn werkzaamheden vóór en tijdens de oorlog en hoe hij het leven liet in het voorjaar van 1945, op 14 april, 75 jaar geleden.

Geschreven door: Henk Hutten

Personalia
Henk Veeneman werd op 9 september 1909 geboren te Woensel. In 1924 kwam het gezin naar Son en haalde Henk een aantal diploma’s om te gaan werken op een gemeentelijke administratie. Het gezin Veeneman verhuisde in 1934 naar het nieuwbouwhuis dat nu ‘Henk’s Home’ heet. Henk huwde op 22 juni 1938 met Zus (Alphonsa) Winters, de kasteleinsdochter van dé dorpsherberg ‘De Zwaan’. Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren. Hij overleed op 14 april 1945 te Mauthausen (Oostenrijk) op de leeftijd van ruim 35 jaren.

Gemeenteambtenaar
Zijn carrière als gemeenteambtenaar begon op 1 augustus 1924 als onbezoldigd volontair op het gemeentehuis in Son. Hij was toen bijna 15 jaar. Op 1 januari 1929 werd hij benoemd tot eerste ambtenaar op de secretarie, direct onder gemeentesecretaris Cas van Vroonhoven, die na de komst van burgemeester Robert Schoepp in 1935 al vrij snel steeds moeizamer ging functioneren en met ziekteverlof ging, dat uiteindelijk leidde tot zijn ontslag. Henk Veeneman werd benoemd tot gemeentesecretaris met ingang van 1 september 1941. Op 31 december 1943 werd hij benoemd tot waarnemend burgemeester van Son en Breugel, toen burgemeester Robert Schoepp door de Duitse bezetter was gearresteerd en als gijzelaar werd geïnterneerd in het vroegere seminarie ‘Beekvliet’ in Sint-Michielsgestel.

Veeneman en de muziek
Ook buiten het gemeentehuis was Veeneman erg actief en bleek hij te beschikken over een tomeloze energie. Hij speelde viool en piano; bovendien was hij koorzanger. Hij was voorzitter van de Sonse fanfare ‘Pro Honore et Virtute’ en directeur van het koor van de parochiekerk St. Petrus' Banden. In maart 1937 werd mede op zijn initiatief de R.K. Bond van Harmonieën en Fanfaregezelschappen in het bisdom 's-Hertogenbosch opgericht; hij werd daarvan de eerste secretaris. Hij was de ziel en de motor van het bestuur en kwam al in 1941 in conflict met de bezetter, toen die naar Duits model, een ‘Cultuurkamer’ oprichtte. Alle uitvoerende en scheppende amateurs en professionele kunstenaars moesten lid van die kamer worden en amateurgezelschappen of beroepsverenigingen moesten bij de ‘Cultuurkamer’ aangesloten zijn. Veeneman weigerde zijn medewerking. De plaatselijke kerkelijke fanfare ‘Pro Honore et Virtute’ werd ontbonden en de instrumenten werden verborgen bij de leden thuis.


Waarnemend burgemeester
Henk Veeneman schreef vanaf het moment van de arrestatie van Schoepp, eind december 1943, om de twee of drie dagen aan hem een brief. In 26 brieven in de periode vanaf begin januari tot eind maart 1944 deed Veeneman verslag van de lopende zaken in Son en Breugel. De briefwisseling geeft een redelijk beeld van het reilen en zeilen in het dorp, al moeten we wel bedenken dat er niet geschreven mocht worden over de oorlog, over het kampleven en de bezetting. Tussen de regels door kan men constateren dat Veeneman en Schoepp het goed met elkaar konden vinden.

Het dagelijks leven in het dorp bleek behoorlijk ontregeld. De werkzaamheden op het gemeentehuis liepen in het honderd. Postkantoorhouder Ruis en postbesteller Van Aarle waren vastgezet. “Er is slechts één postbestelling. Ik kan ook geen bestellers uit de grond stampen. Zo ga ik zelf mijn post halen, geen bestelling nodig. De brandweer functioneerde niet. Er was geen chauffeur meer, meerdere leden waren ondergedoken en toen er op 7 januari op Esp fosforbommen waren gevallen, moest de hulp van de Eindhovense brandweer worden ingeroepen. Tegelijkertijd eisten de Duitsers dat er nieuwe stamkaarten moesten worden gemaakt. Her en der in het land waren al distributiekantoren overvallen en bevolkingsregisters in rook opgegaan. Daarom werd het gemeentehuis volledig afgegrendeld voor het publiek en dag en nacht moest het worden bewaakt om aanslagen te voorkomen. Ook de bemensing van de luchtbeschermingsdienst was een probleem. Veeneman kwam bijna om in het werk. Een van zijn brieven aan Schoepp ondertekende hij met 'waarnemend burgemeester, eerste wethouder, tweede secretaris'.


Al in de eerste week, dat Veeneman tot waarnemend burgemeester was benoemd, kwam de opdracht binnen om mannelijke inwoners van Son en Breugel aan te wijzen om in Zeeland aan de kustverdedigingswerken te gaan werken. Daar hij en de andere burgemeesters uit de regio bij herhaling weigerden om aan de opdracht gevolg te geven, werden zij op 5 juli 1944, een maand na de geallieerde landing in Normandië, per telegram opgeroepen om de volgende dag bij de ‘Beauftragte’ voor Noord-Brabant in Vught te komen. De burgemeesters verklaarden tijdens dit onderhoud dat zij de opdracht niet op hun geweten konden nemen. Weigeren was uitgesloten, werd hen duidelijk gemaakt. Hun ambt ter beschikking stellen, was ook geen mogelijkheid. De burgemeesters bleven bij hun besluit om niet mee te werken en werden door de inmiddels opgetrommelde ‘Sicherheits Polizei’ gearresteerd, verhoord en veroordeeld voor sabotage. Op sabotage stond de doodstraf.

Na de arrestatie
Drie weken na de arrestatie werd zijn jongste dochter Lisette geboren. Hoewel hij nauwelijks contact met de buitenwereld mocht hebben, was het toch gelukt om hem die blijde gebeurtenis mee te delen. Veeneman was als ‘Kriegsverbrecher’ een zwaargestrafte gevangene in het kamp Vught. Schoepp, die als gijzelaar op hetzelfde moment in Vught zat, had meer vrijheden. Begin augustus 1944 lukte het Veeneman om enige briefjes uit het kamp te smokkelen. Eerst verwachtte hij naar het gijzelaarskamp ‘Beekvliet’ in Sint- Michielsgestel of naar Duitsland overgebracht te worden. Later dacht hij 1 november wel thuis te zijn; de oorlog zou veel eerder afgelopen zijn. En in een later briefje schreef hij: "Wij zullen wel niet meer verplaatst worden". De briefjes zijn niet gedateerd, maar dragen wel telkens een ander baraknummer.

Op 6 en 7 september 1944, de dagen na ‘Dolle Dinsdag’ en twee weken voor de bevrijding van Son en Breugel, werd het kamp Vught in haast ontruimd. Gevangene Veeneman werd overgebracht naar het concentratiekamp Sachsenhausen in Oranienburg, dichtbij Berlijn. Eind februari 1945 werd Veeneman met een grote groep gevangenen getransporteerd naar het beruchte kamp Mauthausen bij Linz in Oostenrijk, een vernietigingskamp. Hij wist daar nog enkele weken in leven te blijven.

Op 7 april 1945 werd Veeneman wegens algehele uitputting opgenomen in de ziekenbarak. Uit de officiële kampadministratie blijkt dat hij op 14 april 1945 is overleden. Twee weken later werd het kamp bevrijd door de Russen. Pas op 8 januari 1946, anderhalf jaar na de bevrijding van Son en Breugel, kon de officiële bevestiging van dit overlijden aan de familie medegedeeld worden.

Herdenkingen
Op 13 april 1946 werd in de Sonse kerk een plechtige requiemmis voor zijn zielenrust opgedragen. Op het kerkhof werd bij het graf van zijn ouders zijn nagedachtenis in verschillende toespraken geëerd. In november 1947 werd door de gemeenteraad een straat naar Veeneman genoemd. In diezelfde tijd werd naar aanleiding van een suggestie op Veenemans huis het opschrift 'Henk's home' geschilderd. In de hal van het gemeentehuis kreeg zijn geschilderde portret een bijzondere plaats. Wij herdenken hem met eerbied.

Burgemeester Schoepp (midden) als gijzelaar in het kamp in Vught in augustus 1944
Het op het gemeentehuis aanwezige personeel in 1942, onderste rij (v.l.n.r.) volontair Huib Ruis, havenmeester Marinus Roefs (later werkzaam op de secretarie), eerste ambtenaar Theo van de Laar, gemeentesecretaris Henk Veeneman en tweede ambtenaar Cas Panken. Achter hen de ambtenaren van de distributie
Henk's home