Afbeelding
Foto: Wil Feijen

Column Judith: De koning te rijk

Algemeen Column

Son en Breugel - Vroeger, toen niemand zich druk maakte over corona, bezocht hij haar dagelijks. Na de lunch stapte hij haar kamer binnen, om pas in de avond weer huiswaarts te keren. Ze had veel last van heimwee en op deze manier haalde hij ‘thuis’ naar het verpleeghuis.

Het gezamenlijke avondeten sloeg ze meestal over; samen aten ze gezellig kroketjes op haar kamer. De nachten en ochtenden, als hij er niet was, vond ze vreselijk. Ze vocht tegen haar eenzaamheid en mijmerde over de gezelligheid die hij bracht. 

Gezellig, dat was het zeker... totdat corona om de hoek kwam... vanaf dat moment ging het verpleeghuis op slot en is ook zijn bezoek niet meer toegestaan. Hartverscheurend huilde ze... zou haar verdriet ooit nog minder worden, vroegen wij ons af. 

Hij regelde een mobiele telefoon voor haar, waarmee ze elkaar uren belden. De kroketjes moest ze missen, evenals het thuisgevoel dat hij dagelijks bracht. Toch deed ze haar best om zich bij de situatie neer te leggen. 

Dan is er ineens goed nieuws!
De technische dienst van ons huis maakt ontmoetingsplekken, waar bewoners en familie met elkaar kunnen kletsen. Ze worden slechts gescheiden door plexiglas. Ze springt een gat in de lucht en is de koning te rijk! Eindelijk kan ze haar lieveling weer in de ogen kijken. De ontmoeting tussen beiden ontroert ons allemaal.

Als ik haar de volgende ochtend verzorg, ligt ze met een brede glimlach in bed: ‘Zuster, ik heb toch zo lekker geslapen. Nog nooit sliep ik in dit huis zo lekker als vannacht! Gisteren heb ik mijn man gezien... wat heb ik toch lekker geslapen!’