Miranda
Miranda Foto: Wil Feijen

CMD bundelt kennis en kunde van netwerkpartijen voor hulpvragen

Algemeen

Son en Breugel - Het onderzoeksbureau K2 heeft in 2020 een onderzoek gedaan naar de uitvoering van de zorg en jeugdhulp die het Centrum voor Maatschappelijke Deelname (CMD) aanbiedt, naar aanleiding van een tekort van meer dan een miljoen op de begroting van het CMD. Ondanks de goede resultaten die er werden bereikt bij de hulpvraag, was de weg ernaartoe vaak onduidelijk en omslachtig. Het CMD is intern aan de slag gegaan met de aanbevelingen uit het onderzoek. Door het bundelen van de kennis en de kunde van de verschillende netwerken binnen het CMD, wordt de hulpvrager eerder en beter geholpen en begeleid, waardoor de hulpvrager sneller het juiste traject aangeboden krijgt.

Redacteur: Emmy Grit
Fotograaf: Wil Feijen

Naar aanleiding van de resultaten van onderzoeksbureau K2 heeft een werkgroep, bestaande uit alle politieke partijen die zitting hebben in de raad, een onderzoek gedaan naar wat er feitelijk zou moeten veranderen binnen het CMD. Tijdens dit onderzoek werd niet alleen gekeken naar de cijfers en de resultaten, maar ook heeft de raadswerkgroep gesprekken gevoerd met medewerkers van het CMD en met alle netwerkpartijen die betrokken zijn bij het CMD, waaronder LEVgroep, Stichting Mee, GGZ-e, consultatiebureau, Lumens, jeugdverpleegkundige, jeugdarts en de gemeente Son en Breugel. Sinds oktober 2020 is de 45-jarige Miranda van der Steen als interim coördinator bij het CMD aangesteld, om met name de dagelijkse coördinatie op te pakken. Tevens is ze samen met de gemeente met een aantal zaken aan de slag gegaan die te koppelen zijn aan de aanbevelingen uit het onderzoek.

Inzicht krijgen
Het leek erop dat binnen het CMD de rollen, afspraken en verantwoordelijkheden waren vervaagd. Miranda: “Ik heb voor mijzelf eerst in kaart gebracht waar het CMD voor staat en ben daarna met de netwerkpartijen in gesprek gegaan. Binnen het CMD kijk ik wat goed gaat en waar eventueel bijgeschaafd moet worden.” Verder wordt gekeken op welke wijze inwoners op een meer laagdrempelige manier geholpen kunnen worden en, waar mogelijk, werkprocessen efficiënter kunnen worden ingericht. “Besparingen zijn hierbij een secundair doel, maar zullen zeker plaatsvinden op langere termijn. Het doel blijft altijd de beste hulp voor de inwoner in te zetten. Binnen het CMD wordt ervan uitgegaan, dat als gedaan wordt wat nodig is, er geen geld verspild wordt”, aldus de coördinator.

Kernteam
Vanuit de netwerkpartijen werd, en wordt nu nog steeds, een kernteam gevormd bij wie de hulpaanvraag van een inwoner binnenkomt. “Dit team bekijkt wie de juiste partij is om de vraag op te pakken en zorgt ervoor dat die bij de juiste partij binnen het CMD terechtkomt. Door de hulpvrager in een vroeg stadium te betrekken bij zijn eigen hulpvraag, kan al vroegtijdig gewezen worden op passende hulp waar de hulpvrager in eerste instantie nog niet aan heeft gedacht.

Kruisbestuiving
Er wordt een plan opgesteld, en het kan daarna voorkomen dat meerdere netwerkpartijen met één hulpvraag bezig zijn. Je kunt spreken van ‘kruisbestuiving’; verschillende teamleden van het CMD kunnen dus met één hulpvraag bezig zijn. “Dit wordt steeds vaker gedaan en de positieve effecten ervan voor zowel de inwoners als voor de medewerkers wordt opgemerkt. Dit geeft onze medewerkers van de verschillende partijen ook veel energie”, aldus Miranda.

Maatwerk
Miranda: “Een hulpvraag is maatwerk en verschilt van persoon tot persoon. Wij blijven vaak een hulpvraag (situatie) monitoren, en bespreken intern de voortgang, waardoor er, indien nodig, sneller bijgeschaafd kan worden.” Er wordt binnen het CMD met elkaar gesproken over casussen om elkaar te helpen met het vinden van opties en elkaar scherp te houden ten aanzien van mogelijkheden en onmogelijkheden. “Er zijn vele wegen die naar Rome leiden, en wij willen juist de meest passende weg aanbieden, zodat de hulpvrager goed en adequaat wordt geholpen”, legt ze uit. Soms blijkt dat het niet eens nodig is om geïndiceerde zorg in te stellen en dat de hulpvrager geholpen is met de mogelijkheden binnen het CMD. “Dit zal zeker op de lange termijn financieel voordelen hebben”, aldus Miranda, “maar het belangrijkste blijft dat de inwoner zo laagdrempelig, snel en goed als mogelijk wordt geholpen.”