Afbeelding

FREEK

Column

Son en Breugel - Verontwaardigd knal ik de deur open en smijt de krant op tafel tussen de speelkaarten.
‘Het begint vervelend te worden, Frekie. Ik sta op winst en nou gooi je er weer de krant bovenop.’
Femke valt haar moeder bij: ‘Als dit elke week zo gaat, ben ik er niet blij mee dat je stukjes schrijft voor de krant.’
‘Dat heeft er helemaal niets mee te maken. Dit is gewoon belachelijk.’
‘Maar als jij zo met die deur blijft smijten, moeten we ‘m binnenkort vervangen. Dat is pas belachelijk.’
‘Gelukkig heb ik uit betrouwbare bron, dat jij een héééle goeie klusser bent, Frekie. Hoe is het met je duim?’
Femke probeert haar lach in te houden. ‘Nou, vertel het maar: wat is er nu weer?’

‘Een héle halve pagina voor die nieuwe burgemeester over een ramkraakje en een verwarde man. Het wordt hier allemaal zo groot gemaakt.’
‘Hoezo groot?’
‘Iemand die op zijn eigen balkon met een mes staat te zwaaien. Is dat nou iets waar de burgemeester mee bezig moet zijn? In Wassenaar stond ik ook wel eens met een mes buiten om aardappelen te schillen.’
‘Jij?’ reageren ze in koor.
‘Heb je wel gezien hoeveel politie er werd opgetrommeld?’
Femke klinkt wat bozig: ‘Wat had je dan gewild, Freek, dat ze gewacht hadden tot ie de bezoekers van de jaarmarkt te lijf ging?’
Haar moeder knikt instemmend: ‘Ik ben blij dat zoiets hier nog bijzonder is. In de grote stad gebeurt het misschien elke dag en is het gewoon geworden, maar hier kunnen die … hoe noemen ze die ook alweer …’
‘Boa’s, mam, dat zijn de boa’s.’
‘Ja, die bedoel ik. Die boa’s konden van de zomer zelfs tegelijk op vakantie. Zo veilig is het hier.’
‘Maar al die aandacht van de burgemeester. Als het op Ekkersrijt gebeurt, dan hoor je niks.’
‘Ekkersrijt?’
‘Ja, inbraken en zo. En al die ‘lege’ loodsen … Maar daar hoor je de burgemeester niet over.’
‘Je overdrijft Freek. Ik vind het mooi dat de burgemeester aandacht heeft voor de politie en de buurt. Dat heeft niks met Ekkersrijt te maken. Als daar echt iets gebeurt, is ze vast net zo betrokken.’
‘Ja, ja, ik moet het nog zien.’
‘Niet zo negatief Frekie, een beetje meer vertrouwen in ons dorp.’