Lisette Veeneman voor het huis van haar ouders Henk's Home
Lisette Veeneman voor het huis van haar ouders Henk's Home Foto: WIL FEIJEN

‘Zit niet in over mij…’

Algemeen

Lisette Veeneman heeft haar vader niet gekend.

"Er zijn maar weinig foto´s van mijn vader. Er is er één waarop hij mijn broer Hans op zijn schouders draagt. Hans moet een jaar of drie zijn. Op een andere zit mijn zus Arny, toen vijf, zes jaar oud, op zijn rug. Mijn vader moet een hele lieve man geweest zijn. Dat zie je, aan zijn gezicht.” Lachend: ‘Nou ja, dat vind ik in elk geval …” 

Redacteur: Joep Crolla

Lisette Veeneman (75) heeft haar vader nooit gekend. Ze werd geboren, drie weken nadat hij als waarnemend burgemeester van Son en Breugel door de Duitsers werd opgepakt. En ze was negen maanden oud toen Henk Veeneman bezweek in concentratiekamp Mauthausen in Oostenrijk. 

Veeneman hoort in Kamp Vught dat zijn jongste kind, dochter Lisette is geboren. Lisette: ‘’Op een vloeipapiertje schreef hij ons; ‘’Ik denk heel veel aan jullie. Zit niet in over mij. Ik ben niet van chocola. Ik ben snel weer thuis.” Dergelijke briefjes werden uit het kamp gesmokkeld door Philips-mensen die er werkten voor de Arbeitseinsatz. Die rolden de vloeitjes om hun shagje en liepen rokend naar buiten. Eenmaal buiten de poort moesten ze hun sigaret snel uitmaken. Anders zouden de briefjes verbranden.” 

Wat staat voorop in jouw ´herinneringen´ aan hem?
‘’Op de foto’s zie ik dat hij straalt van energie. Hij oogt heel optimistisch. Hij is opgepakt omdat hij weigerde mee te werken met de Duitsers. Hij wist waar hij voor stond. Heeft zijn poot stijf gehouden. Dat vergt heel veel moed! Zo wil ik me hem herinneren. Dapper, hij heeft vastgehouden aan zijn overtuiging. Ik ben nog steeds ongelofelijk trots op hem.”

Werd thuis veel over je vader gesproken?
“Nee. Nergens werd veel over de oorlog gepraat. We wisten wel wat er met hem was gebeurd. Maar je vroeg niks. Later hoorde ik dat mijn moeder elke keer opsprong als een auto voorbij kwam rijden. Dan keek ze aan het raam of mijn vader misschien toch terug zou komen. Een jaar na het einde van de oorlog kreeg ze pas de bevestiging dat hij was overleden. Via het Rode Kruis.”
“Mijn vader is altijd heel actief geweest. Hij speelde piano en viool. Zong in het koor. Hij was voorzitter van de fanfare en bestuurlijk actief. Veel inwoners van Son en Breugel hebben hem gekend. Mijn oma was eigenaresse van café De Zwaan. Als kind kwamen we daar vaak, na school. Ook omdat mijn moeder daar na de oorlog vaak was. Áls er in De Zwaan over mijn vader werd gesproken, dan zat ik te luisteren. Bevrijding hebben we thuis nooit gevierd. Als kind begreep je gewoon waarom wij dat niet konden”.

Je bent in kamp Vught geweest, in Mauthausen, je hebt over je vader gesproken in de Oostenrijkse Ambassade in Den Haag. Wat drijft je?
“Ik heb veel over de oorlog gelezen. Televisiedocumentaires gezien. Toen ik in de zesde klas van de
-toen nog- lagere school zat ben ik als meisje voor de eerste keer met mijn broer en mijn moeder naar Mauthausen geweest. Waarom? Nou…, we gingen gewoon. Ik was wel bang. Ik zag die grote poort en dacht; als die nu dicht gaat zit ik voor altijd opgesloten. Later ben ik met mijn man en kinderen naar Mauthausen geweest. En inmiddels ook met zes van mijn kleinkinderen. Ik ben trots op mijn vader. Op hetgeen hij heeft gedaan. Om wie hij was. Mijn kinderen en kleinkinderen kunnen geen beter voorbeeld hebben. Daarom! Daarom wil ik graag zijn verhaal vertellen. Mijn verhaal, over hem”.

“Mijn kleindochter had op school een project over de oorlog. Toen heb ik haar uitgelegd wat in de oorlog met haar overgrootvader is gebeurd. Hoe ze reageerde? Ze zei: ‘Oma; wat hebben jullie veel meegemaakt. Veel verdriet gehad. Wat met jouw papa en al die andere mensen is gebeurd, dat mag nooit meer gebeuren’.
Ook daarom vertel ik mijn verhaal. Onder meer op basisscholen. Ik was vroeger schooljuf. Ik vertel hoe belangrijk het is op te komen voor andere mensen. Ik zou ook graag rondleidingen willen gaan geven in Kamp Vught. Daar, waar mijn vader zat”.

Sinds kort woon ik weer in Son. Ik heb 55 jaar elders in het land en in België gewoond. Nu woon ik in de Blauwe Reiger. Mensen om me heen zijn zó aardig! Ik weet van mijn moeder dat mensen in haar omgeving heel goed voor ons zijn geweest nadat mijn vader niet meer terugkwam uit Mauthausen. Mijn moeder werd door heel veel mensen geholpen. Eigenlijk is dat is wat we nu ook nodig hebben. In deze tijd van de pandemie. Dat mensen naar elkaar omkijken, elkaar helpen, om elkaar geven …” 

Lisette Veeneman voor 'Henk's home'