Column Judith: Een kaarsje branden
Algemeen ColumnSon en Breugel - Ze werd opgenomen om te revalideren van een heupfractuur. Controle in het ziekenhuis leerde dat herstel niet meer mogelijk is. Ze zal geopereerd moeten worden en krijgt een nieuwe heup. In afwachting op deze operatie blijft ze op onze afdeling.
Ze is bang. Bang voor de komende operatie, bang voor tegenvallend herstel na de operatie en vooral: bang om besmet te worden met COVID-19. Ze heeft haar familie gevraagd om slechts minimaal op bezoek te komen. Haar man, hij heeft dementie, heeft ze al een paar weken niet meer gezien.
Naarmate de operatiedatum vordert, stijgt haar bloeddruk. Ze is écht ongerust! We proberen haar af te leiden, hoewel dat niet meevalt. Ze heeft zich verdiept in de materie en weet waar ze het over heeft.
Op de dag voor haar operatie spreek ik haar nog even. ‘Moet je morgen werken?’, informeert ze. Ik ontken. Ik ben een dagje vrij. ‘Hè, wat jammer! Dan kun je me niet uitzwaaien voordat mijn vonnis geveld wordt. Het spookt de hele tijd door mijn hoofd dat mijn chirurg corona heeft. Het zal me gebeuren dat ik de hele tijd zo voorzichtig ben geweest en dan tijdens de operatie corona krijg.’
Ik probeer haar gerust te stellen, wens haar sterkte en zeg haar dat ik op haar wacht als ze terugkomt. En ik beloof haar dat ik een kaarsje voor haar zal branden!
