De werkzaamheden om de bomen langs de sloot weg te halen, zijn onlangs begonnen (archieffoto)
De werkzaamheden om de bomen langs de sloot weg te halen, zijn onlangs begonnen (archieffoto) Foto: MooiSonenBreugel

Column Luc: Mijn hart huilt

Algemeen Column

Son en Breugel - Het is er dan toch van gekomen. Naarmate het langer duurde, naarmate er langer niets gebeurde, groeide de hoop. Misschien zouden ze dan toch behouden blijven, de mooie, statige bomen langs de (goud)sloot, bij ons achter. Voor het broedseizoen zouden ze gekapt worden, om de natuur zo min mogelijk te verstoren. Het was al bijna half maart, de vogels zongen ’s ochtends vroeg al dat het een lieve lust was, eigenlijk kon het al niet meer gebeuren, dacht ik. We zagen op tegen het moment dat de eerste boom gekapt zou gaan worden, naarmate het langer uitbleef, groeide de hoop.

Totdat, zo maar uit het niets, de werkzaamheden toch begonnen. En mijn hart moest huilen. Er verscheen een update op de app van het uitvoerende bedrijf, na een lange stilte. ‘Het werk gaat beginnen. De omgevingsvergunning kap is definitief’, stond er te lezen. Net op het moment dat we ons afvroegen of het nog wel door zou gaan, het was al bijna lente, tenslotte.

Het was een grauwe, grijze dag. ’s Ochtends kleurde de opkomende zon de wolken nog zachtroze, als een laatste afscheidscadeau. Al gauw trok de hemel dicht, en was er alleen maar grijs. Grijs, en het geluid van motorzagen. Ik besloot een kijkje te nemen, tegen beter weten in. Wat ik aantrof, deed pijn aan mijn ogen. Sommige bomen stonden nog, nu met meerdere oranje kruizen. Gemarkeerd voor de dood, wachtend op de uitvoering van het doodvonnis. Andere bomen lagen al op de grond, hun takken niet langer verlangend reikend naar de zon, maar naar het luchtledige. In stukken gezaagd, het zaagsel als bloed om zich heen.

Het wordt een lang, uitgerekt proces. Als ik dit schrijf, is het leed nog niet geleden. Volgens de folder zou het ongeveer vier weken duren. Vier weken van ronkende kettingzagen, vier weken van grommende freesmachines die boomwortels in de grond vermorzelden, vier weken van razende hakselmachines die de gesneuvelde bomen verpulveren. Vier weken van een steeds kaler wordend laantje, dat veranderd is in een slagveld.

Ik weet, er komt iets moois voor in de plaats. Over een tijdje zullen we tegen elkaar zeggen: ‘Wat is het toch mooi geworden!’ Over een tijdje zijn we het beeld van de gevelde bomen vergeten, als we in de schaduw van de nieuwe bomen lopen, genietend van het zachte ruisen van de wind. Zeker, over een tijdje. Als mijn hart gestopt is met huilen.