Afbeelding
Foto: Wil Feijen

Column Luc: Lege tank

Column Column Column

Het is onontkoombaar: vroeg of laat worden we geconfronteerd met een lege tank. Op een gegeven moment gaat de naald van de benzinemeter in het rood en de motor begint te sputteren. Dan is het de hoogste tijd om de lege tank weer te vullen. Dat geldt voor mens en dier, ook voor auto’s en andere voertuigen. Het verbaasde me dan ook niet om verschillende vehikels te zien bij de bezinepomp die ik passeer op weg naar de supermarkt. Waar ik de benodigdheden haal om mijn eigen tank te kunnen vullen.

Het is een onbemand benzinestation, de enige mensen die je er ziet zijn bestuurders die bezig zijn met het vullen van lege tanks. Om te kunnen tanken, moet je eerst naar de betaalautomaat. Na het invoeren van je pincode en het pompnummer waar je auto staat, kun je aan de slag. Soms staat er niet één auto, als ik langsloop. Soms is het een drukte van belang. Grote auto’s, kleine auto’s, allemaal komen ze langs als ze dorst hebben. Zelfs een enkele SUV, mobile home of brommer komt wel eens langs. Ik heb het allemaal al eens gezien, ik kijk nergens meer van op.

Onlangs zag ik een fiets staan, bij een van de benzinepompen. Niet aan de kant, of tegen het gebouw. Nee, bij de pomp! Een man liep naar de betaalautomaat, stopte zijn pasje erin en betaalde. Mijn interesse was gewekt! Van elektrische fietsen had ik al wel gehoord, fietsen die op benzine lopen, die kende ik nog niet. Was dit een nieuwe vorm van oneerlijke concurrentie? 

De fiets stond achter de benzinepomp, gedeeltelijk uit het zicht. Geïntrigeerd bleef ik kijken, terwijl ik langzaam doorliep. Waar zou hij de benzine indoen? Waar zit het tankdopje? Had hij het niet in de gaten, of was ik degene die dingen zag, die er helemaal niet waren?

Met lichte tegenzin liep ik door. Om ongegeneerd te staren, of naar de man toe te lopen en te vragen waar hij in ’s hemelsnaam mee bezig was, of hij wel in de gaten had dat het een fiets was, daar had ik het lef niet voor. Brandend van nieuwsgierigheid liep ik door. Even verder, bij de ingang van het parkeerterrein van de supermarkt, keek ik om. Naast de fiets, op de grond, stonden twee kleine jerrycans. Juist ja, raadsel opgelost.

Enigszins teleurgesteld liep ik door naar de supermarkt. Tijd om mijn eigen lege tank bij te gaan vullen.