Afbeelding

Van die Dingen

Algemeen

Geen zorgen, er is maar een klein kansje dat u Carli Paulini kent.
De kans dat u haar n i e t kent is zelfs vele malen groter.
Maar het zit er wèl weer dik in dat u haar gaat leren kennen.
Steeds beter zelfs.
Want vanaf nu verschijnt er wekelijks een column van haar hand in de mooisonenbreugelkrant.
Waar die over gaat, Carli Paulini?
Nou ja, zo'n beetje over van alles. Met de nadruk op 'een beetje'.
Over honden, over bossen, vennen,over vergeten pareltjes in de literatuur, over eten, en andere onzin, enfin over mensen dus.
Ook over Son bijvoorbeeld. Of over Breugel.
Twee Brabantse dorpen, verenigd in één gemeente, waartussen geregeld een zo'n verhitte stammenstrijd woedt , dat ik me soms even in een tribale samenleving waan
Niet dus. Tuurlijk niet. Maar zou het wellicht toch , zo vraag ik me dan ook geregeld af, weer doodgewoon gaan om Der Wille zur Macht? Van die dingen dus.
Of neem sport. Niet dat ik van voetbal hou. Maar het is wel het belangrijkste van alle onbelangrijke dingen. Zo kom ik van het een op het ander. Namelijk dat sport-en-gezondheid/ gezondheid-en-sport, hoewel het vaak gesuggereerd wordt, lang niet altijd samengaan. Waarom dan toch zoveel mensen geloven in deze mantra?
Niet dat ik het weet, maar ik denk dat het komt, door de associatie die sport heeft, behalve als het om schaken gaat, met bewegen.
In vergelijking met een halve eeuw geleden is de sportdeelname fors toegenomen, las ik. Toch beweegt naar schatting maar tweederde van alle Nederlanders voldoende. Terwijl je door - voldoende - te bewegen - er wordt behoorlijk op gehamerd - een reeks van ernstige tot vervelende aandoeningen kan worden voorkomen. Uiteenlopend van kanker tot dementie en van zwaarlijvigheid tot hardlijvigheid.
Ook kinderen sporten vaker, maar zijn desondanks de afgelopen 25 jaar minder lenig, motorisch onhandiger en conditioneel slechter geworden. En bovendien dikker. Daar wringt dus iets. Maar wat?
Zoiets simpels misschien dat je ook genoeg kunt bewegen zonder te sporten? Of houdt topsport ons er wellicht vanaf. Ik bedoel maar zolang je drie wekenlang vanuit je luie stoel de extreme inspanningen van ( de bijna inmiddels vergeten) wielrenners als een Nibali, Contador , Quitana en hoe ze verder mogen heten in ogenschouw neemt heb je weinig tijd om zelf op de fiets te springen. Of neem een Wimbledon of een Roland Garos tijdens die wedstrijden is het beduidend stiller op de tennisclubs in ons dorp.
Druk is het vooral gedurende de competitie. Dan wordt er fanatiek gespeeld. Tussen huisvrouwen en huisvrouwen. Huismannen en huismannen. En onderling. Haast alsof het om topsporters gaat. Maar dat zijn deze dorpsgenoten helaas niet. Hoewel 'helaas'... Het is misschien een schrale troost te weten dat in het algemeen psychisch gezonde mensen zelden of nooit succesvol zijn in topsport. Topsporters zijn namelijk geen 'gewone' mensen: ze zijn gemiddeld gekker, want prestatiegerichter, dwangmatiger, neurotischer en narcistischer. Van die dingen dus.