De bronzen plaquette
De bronzen plaquette Foto: Wil Feijen

Column Luc: Echte helden

Algemeen Column

Son en Breugel - ‘Zit niet in over mij, schreef Hendrik Veeneman vanuit kamp Vught aan zijn gezin. Hendrik Veeneman zat in het kamp, omdat hij als waarnemend burgemeester van Son en Breugel niemand aan wilde wijzen voor dwangarbeid voor de bezetter. Hij werd gesommeerd om zich te melden in Vught, op 6 juli 1944 stapte hij op zijn fiets om naar het station in Best te gaan, om de rest van de reis per trein af te leggen.

Hij moet geweten hebben wat hem waarschijnlijk te wachten stond. Wat er door zijn hoofd ging, onderweg naar Vught, weet ik niet. Blije gedachten zullen het niet geweest zijn. ‘Ben je op tijd thuis voor het eten?’ vroeg zijn vrouw, voordat hij ging. ‘Natuurlijk’, had Hendrik geantwoord. De volgende dag zou hun zoon drie jaar worden. Zijn vrouw was op dat moment in verwachting van hun derde kind, een dochter die haar vader nooit zou zien. Uiteindelijk kwam Hendrik terecht in Mauthausen in Oostenrijk, waar hij op 24 april 1945 bezweek, kort voor het einde van de oorlog.

Ondanks de verschrikkingen die Henk ongetwijfeld meegemaakt zal hebben in de kampen stuurde hij optimistische berichten naar zijn gezin, om ze gerust te stellen. Of hij zijn principiële keuze betreurd heeft, we kunnen het hem niet vragen. Afgaand op de verhalen die over hem verteld worden, waag ik het te betwijfelen. Dat hij de ultieme prijs heeft betaald, een vreselijk hoge, dat is zeker.

Weten wat je te wachten staat, dat je afscheid moet nemen van alles dat je lief is, dat je het niet zult overleven, en toch zo’n keuze maken, dat maakt je een held. We hebben helden nodig, om te bewonderen, om tegenop te kijken, om te dienen als voorbeeld. Mensen die iets uitzonderlijks presteren verdienen zeker waardering. Ze inspireren, geven moed om vol te houden en wijzen ons de weg, als we die zelf een beetje kwijtgeraakt zijn.

Voetballers, atleten en acteurs worden vereerd als helden, soms krijgen ze een bijna goddelijke status. Hoe goed ze ook zijn, hoe charismatisch of aantrekkelijk ze ook moge zijn, hoezeer ze zich inzetten voor goede doelen, het maakt ze geen helden. Als je offers brengt, willens en wetens, en toch volhoudt, zoals Hendrik Veeneman, dan ben je pas een echte held.

Of het een troost is voor Lisette Veeneman, die geboren werd toen haar vader in Vught zat en negen maanden oud was toen hij overleed, weet ik niet. Ik hoop van wel.