Onze Kerk

Son en Breugel - Hieronder vindt u de ingezonden brief die de heer Van Etten heeft gestuurd aan het College van Burgemeester en Wethouders van Son en Breugel en hij wil deze brief graag delen met de lezers van deze krant.

Geacht College,
U bent inmiddels al weer geruime tijd de trotse eigenaar van de Sint-Petrus'- Bandenkerk. Daar wil ik het even met U over hebben. Vandaar deze brief.

Medio 2017 kocht ik van het parochiebestuur een van de fraaie hardstenen wijwaterbakken, die de ingang van de kerk sieren. Deze wijwaterbak zou het stralende middelpunt moeten gaan vormen van het ornithologisch zwemparadijs, dat ik in mijn achtertuin wilde gaan stichten. Weliswaar zouden mijn gevleugelde vrienden het wijwater moeten ontberen, maar wellicht zou het profane hemelwater niet minder zegenrijk zijn.

Eind 2017 kreeg ik het bericht, dat de (door mij gekochte en inmiddels betaalde) wijwaterbak niet geleverd kon worden. De bak – zoals overeengekomen - uit de pilaar slijpen, viel onder het door de rechter opgelegde sloopverbod voor de kerk. Deze juridische erkenning van de aard- en nagelvaste status van de bak, betekende tevens, dat ik eigenaar ben van een deel van het gebouw. Ik moest als mede-eigenaar desalniettemin uit de krant vernemen, dat het parochiebestuur de kerk in 2018 zonder overleg met mij, aan u heeft verkocht.

Ik bevind me nu dus in een positie, die menig dorpsgenoot me (niet) zal benijden: het is "onze kerk". Wat nu? Er zijn enkele mogelijkheden: allereerst zou u zich gelukkig kunnen prijzen met het feit, dat u een mede-eigenaar blijkt te hebben, die op grond van zijn kennis, inzicht en ervaring op uitstekende wijze mee kan denken over de toekomst van onze kerk. Maar ik kan helaas ook niet uitsluiten, dat u geen enkele behoefte heeft aan een "meedenker", die wel eens roet in het eten zou kunnen gooien bij de democratische besluitvormingsprocessen over de toekomst van onze kerk. Dan rest u slechts de optie mij als mede-eigenaar uit te kopen. Indien u een bod overweegt, dan meld ik op voorhand alvast het volgende. Ik zal een bod slechts serieus in overweging nemen, als u ermee recht doet aan de uiterst royale financiële wijze waarop u tot nu toe met onze kerk bent omgesprongen. Daarnaast spreekt het vanzelf, dat een forse smartegeldcomponent er deel van uit moet maken: je zal de afgelopen snikhete zomer maar in een pak warme veren op zoek geweest zijn naar je beloofde zwemparadijsje…

Ik zie uw gewaardeerde reactie graag voor 1 april aanstaande tegemoet.

Hoogachtend en met vriendelijke groet,
Ad van Etten