Afbeelding
Foto: Wil Feijen

Column Judith: Stapje meer

Algemeen Column

Son en Breugel - Mijn dienst loopt al ten einde als ik haar kamer binnenloop: 'Ha, ben je daar eindelijk!', begroet ze me hartelijk. 'Ik heb een Bossche Bol van Jan de Groot voor je bewaard. Lust je die nog of ga je liever naar je jongens?'

Ik wil heel graag naar mijn jongens, een onderbuikgevoel zegt me dat ik deze caloriebom beter kan nuttigen. Nog voor mijn eerst hap huilt ze hartverscheurend. Ik weet dat er van alles speelt. Dat het haar zo hoog zit, had ik niet zien aankomen. Ik kniel naast haar en leg haar hoofd tegen mij aan. Een paar minuten snikt ze ontroostbaar, waarna ze begint te praten.

'Die twee meiden van mij, wat moet ik er toch mee doen? Ik weet het echt niet meer. Ze regelen allebei alles voor me. Ik hoef het maar te bedenken en dan is het er al. Het lijkt alleen alsof ze er een wedstrijd van maken wie het meest haar best doet. Ze hebben al een maand niet meer met elkaar gesproken.

Ik heb er zoveel verdriet van. Kun je je dat voorstellen?' Natuurlijk kan ik me dat voorstellen. Het is echter een dingetje dat ik niet kan oplossen. Ik realiseer me dat ze zo niet kan gaan slapen, dat geeft beslist nachtmerries.

Het lijkt me een goed idee om haar stemming om te buigen. Samen nemen we de positieve karaktertrekken en grappige acties van beide dames door. Ik voel haar enthousiasme en liefde voor haar dochters groeien.

Als je mijn mening vraagt, heeft ze dat zeker verdiend, na alle moeilijke obstakels die ze tegen kwam.

Het is al ver voorbij mijn werktijd als ik haar kamer verlaat. Wat fijn om soms een stapje meer te zetten.