Afbeelding
Foto: Astrid Timmers

Column Luc: D'n contente mens

Algemeen Column

Son en Breugel - Er zijn mensen die van drukte houden. Ze hebben reuring nodig, er moet wat te doen zijn, wat te beleven. Cafés, vol gezelligheid en muziek, en restaurants, een snelle hap of uitgebreid dineren. En terrassen, om naar de andere mensen te kunnen kijken, als ze al stil kunnen blijven zitten. Ergens naartoe, iets doen. Stilstand is voor hen achteruitgang.

Er zijn ook mensen die van rust houden. Grote mensenmassa’s, luide muziek, het is een marteling. Cafés, prima, maar dan als het niet te druk is, zodat je nog met elkaar kunt praten zonder stemverheffing. Restaurants, gezellig, maar dan wel met een rustgevende ambiance, en weer: niet te druk. Liever zijn ze in de natuur, luisterend naar vogels die zingen zoals ze gebekt zijn. Een hutje op de hei, dat klinkt voor deze mensen zo gek nog niet.

Het is een kwestie van twee uitersten, zo lijkt het. De drukke stad, of een rustig dorp. Zelf heb ik vrijwel mijn hele leven in de stad gewoond, nooit is het in me opgekomen dat ik iets anders zou willen. Ik ben een stadsmens, dacht ik, ik wil een supermarkt op loopafstand, het centrum en alle winkels binnen handbereik, ik wil mensen om me heen. Dat dácht ik. Want eigenlijk heb ik een hekel aan grote mensenmassa’s. Het klinkt gezellig, met z’n allen bij elkaar. Ik heb het meteen al gehad, zou het liefst gelijk rechtsomkeer maken. Maar om de stad te verlaten, dat ging me te ver.

Tot ik mijn lief ontmoette. Mijn lief, een rustige, lieve schat, die je echt niet gelukkig maakt tussen al dat beton en baksteen, in een flatje met een klein balkon (waar ik woonde) of in een huis zonder tuintje. Gehecht als ze is aan haar geliefde dorp, kwam het niet eens in me op om ook maar te proberen haar weg te halen uit haar natuurlijke omgeving. Dus werd deze stadsmens een dorpsmens.

Nu, als ik weer eens in de stad kom, weet ik niet hoe snel ik weer terug moet. Weg van die drukte, de herrie, de onrust. Terug naar mijn rustige dorp, waar ik weer tot rust kom. Waar ik, langzaam maar zeker, veranderd ben in een contente mens.

In Eersel staat een beeldje van d’n contente mens, op het marktplein. Zo’n beeld zou in elk dorp in Brabant moeten staan, als eerbetoon aan het mooie, heerlijke dorpsleven. Vooruit dan, ook buiten Brabant.