Judith Curfs
Judith Curfs Foto: Ingezonden

Column Judith: Op de rolstoelfiets

Algemeen Column

Son en Breugel - Stel, je bent 75, je rechteronderbeen is geamputeerd en je andere been is verlamd. Je zit in een rolstoel, waarmee je jezelf door de gangen kunt rollen. Door diverse, ernstige omstandigheden ben je genoodzaakt om in een verpleeghuis te wonen, terwijl je nog midden in het leven staat. Hoe zou jij je dan voelen?

Mij zou de moed behoorlijk in de schoenen zakken en boosheid over dit oneerlijke leven zou me regelmatig overnemen. Zij heeft daar geen last van. Ze kijkt naar wat ze wél heeft: goede contacten met kinderen, familie en vrienden, lekker eten, je kamer die voor je gepoetst wordt.

Het komt regelmatig voor dat ze te laat aan tafel komt om te eten, omdat ze in het atrium met vriendinnen zat te kletsen en de tijd vergeten is. Of dat ze, tegen het einde van onze avonddienst, nog steeds aangekleed in haar rolstoel zit; facetimend met kinderen of kleinkinderen. Jazeker, we hebben het hier over een oma uit het moderne tijdperk!

Vanmorgen kwam ik haar tegen toen ik vanaf de parkeerplaats naar binnen liep. 'Joehoe, Judith, kijk mij hier!!! Ik zit op een fiets en ga naar mijn zus! Tot vanavond!! Ik blijf de hele dag weg!' Sinds kort beschikken we in ons verpleeghuis over een rolstoelfiets. Met haar zonnehoedje op, zittend in haar rolstoel, wordt ze door haar broer gefietst. Samen zijn ze onderweg naar haar zus. Het geluk en de vreugde spat van beider gezichten. Wat hebben ze lol.

Ik wens ze een fijne dag en roep haar na: 'Denk je wel aan een ijsje! Een zoethoudertje op z'n tijd kan nooit kwaad!'

Vervuld van het geluk dat de twee uitstraalden, begin ik, breed lachend, aan mijn dienst.