Gemeente waarschuwt voor nesten Eikenprocessierups
AlgemeenSon en Breugel - De gemeente Son en Breugel ziet het aantal nesten van de Eikenprocessierups flink toenemen en roept inwoners op om locaties met nesten te melden via de website van de gemeente. De gemeente verwijdert in principe alle nesten in de gemeentelijke bomen binnen de bebouwde kom met uitzondering van nesten in de bossen. Nesten buiten de bebouwde kom en op onbereikbare plekken laat de gemeente zitten. Op plekken in de bossen waar veel mensen komen, waarschuwt de gemeente vanaf aankomende week via borden of linten.
Geef locaties door aan de gemeente
Via de website van de gemeente, knop ‘Melding openbare ruimte’, kunnen inwoners de locaties van rupsnesten doorgeven. De gemeente laat de nesten wegzuigen door Kuub Grondwerken, een bedrijf dat professioneel materieel en opgeleide mensen voor deze klus heeft. Wethouder Jan Boersma: “Als de overlast extreem wordt, moeten we mogelijk keuzes maken en prioriteiten stellen. We kunnen immers niet op alle plekken tegelijk zijn. We concentreren ons dan op de plekken waar de meeste mensen komen”.
Verwijder de nesten niet zelf
De gemeente haalt alleen nesten weg in gemeentelijke bomen. Inwoners die in de eigen tuin last hebben van de Eikenprocessierups, zijn zelf verantwoordelijk voor het voorkomen van overlast. Wel roept de gemeente inwoners op om niet zelf nesten te verwijderen, maar hiervoor altijd een gespecialiseerd bedrijf in te schakelen. Inwoners die gevoelig zijn voor de brandharen van de Eikenprocessierups krijgen het advies om plekken met rupsnesten te mijden, vooral bij wind. Ook wordt hen geadviseerd om bedekkende kleding te dragen en deze, bij voorkeur, op 60 graden te wassen. Een speciaal ingerichte pagina op de website van de gemeente geeft antwoorden op veel gestelde vragen over de Eikenprocessierups: sonenbreugel.nl/eikenprocessierups.
Bestrijding op de lange termijn
Wethouder Jan Boersma: “Als gemeente kijken we ook naar de bestrijding op de lange termijn. We proberen dat op een natuurlijke manier te doen. Zo maken we de leefomgeving steeds aantrekkelijker voor de natuurlijke vijanden van de rups, zoals kool- en pimpelmezen, sluipwespen en gaasvliegen. Om deze vijanden te lokken, zaaien we vaker bloem- en kruidenmengsels in de bermen, in plaats van gras. Ook maaien we de bermen minder om de plantengroei te stimuleren. Daarnaast hangen we mezenkasten op”. Het IVN heeft met subsidie van de gemeente nu ca. 200 mezenkastjes gemaakt en opgehangen. In het najaar krijgt deze actie waarschijnlijk een vervolg. Boersma besluit: “We zoeken continu naar een balans tussen het noodzakelijk bestrijden van de rups om de gezondheid van onze inwoners te beschermen en het belang van het behoud van de natuurlijke biodiversiteit. We zijn daarom terughoudend in het gebruik van bestrijdingsmiddel en kiezen bij voorkeur een natuurlijke oplossing”.
