Basischoolleerlingen zorgen voor nog meer groen
AlgemeenSon en Breugel - Op woensdag 20 maart vond de nationale boomfeestdag plaats, met als doel om elk kind tijdens zijn of haar basisschooltijd minstens één boom te laten planten. Sinds 1957 wordt deze dag jaarlijks gevierd in meer dan 280 gemeenten, waarbij ongeveer 100.000 kinderen betrokken zijn die in totaal 200.000 bomen en struiken planten. Dit komt neer op zo’n 80 voetbalvelden per jaar.
Dit jaar namen alle leerlingen van groep 6 van basisscholen De Harlekijn, De Sonnewijzer en De Stokland deel aan de boomfeestdag. Het thema van dit jaar was ‘opgroeien met bomen’. Op twee locaties in de gemeente werden dit keer geen bomen, maar struiken geplant in plantsoenen.
Vroeg in de ochtend stonden de leerlingen van basisscholen De Harlekijn en De Sonnewijzer in de modder van het Essenbosje bij De Grote Beek ter hoogte van de Bontstraat. Het terrein was eerder al door de buitendienst van de gemeente voorbereid voor het planten van de struiken. Na een welkomstwoord van wethouder Steven Grevink en uitleg over de juiste manier van planten, kregen de leerlingen spades en struiken uitgedeeld. Met de opmerking ‘Pas op voor de doornen’ gingen de leerlingen enthousiast aan de slag. Tussendoor hielpen ze ook met het opruimen van afval in het plantsoen.
Tweede locatie
Een uur later arriveerden de leerlingen van basisschool De Stokland op de fiets bij de volgende locatie aan de Stokroosstraat. Ook hier was een stuk grond dat grensde aan De Groote Beek zorgvuldig voorbereid door de gemeentelijke buitendienst. Na het parkeren van de fietsen werden de leerlingen verwelkomd door wethouder Jan Boersma.
De struiken op beiden locaties vormen een mooie toevoeging aan het bestaande groen. Groen is niet alleen esthetisch aantrekkelijk, maar draagt ook bij aan het behalen van de gemeentelijke klimaatdoelstellingen. Het aanplanten van bomen en bossen is een belangrijke stap in het bereiken van deze doelen.
Het planten van groen is een investering in de toekomst. De planten groeien gestaag en ontwikkelen zich in de loop der jaren van kleine struikjes tot imposante exemplaren. “Hoe bijzonder is het als je over een paar jaar weer langs deze plek loopt en kunt zeggen: die struik heb ik geplant,” aldus de wethouder tegen de leerlingen.
