1938 Graard Versantvoort fietst voorbij de Breugelse kermis. Rechts is nog net een kermiswagen te zien.
1938 Graard Versantvoort fietst voorbij de Breugelse kermis. Rechts is nog net een kermiswagen te zien. Foto: Ingezonden

Kermis in Son en Breugel was lang een dooie boel

Algemeen

Son en Breugel - Dat jaarmarkten en kermissen er vroeger heel anders uitzagen dan nu is algemeen bekend. Was het vroeger vooral een eet- en drinkfestijn, tegenwoordig zijn het vooral de attracties waarvoor mensen naar de kermis gaan. Rond 1900 ging het er op de kermis in Son nog ouderwets aan toe. In de jaren tot aan de Tweede Wereldoorlog groeide de kermis mondjesmaat, maar kon bijvoorbeeld niet wedijveren met die van Sint-Oedenrode. Pas na de oorlog komen er attracties bij en wordt dansen tijdens de kermis toegestaan.

Op 29 September 1899 meldde de krant over de ophanden zijnde kermis in Son het volgende: “De voorbereidende werkzaamheden voor onze kermis zijn druk aan den gang. In vele woningen wordt bezem of luiwagen flink gehanteerd, water noch zeep gespaard en zeem en spons druk gebruikt. ‘t Lijkt eene Waterlandsche zindelijkheid te worden. Daarbij komt nog de zorg voor de provisie. De deuren van de vleeschhallen, die deze week met een warmen pannekoek zijn te beloopen, staan niet stil. Niet alleen runderen werden geslacht, maar ook verscheidene knorrepotten moesten hun lui en vadsig leven eindigen.

Dus geen vrees, dat schraalhans op onze kermis keukenmeester zal wezen. Ook ijveren de brouwers uit onze omgeving al hun best om de kasteleins naar wensch te bedienen, die toch niets onbeproefd laten om puik bier te kunnen tappen. Zouden onze gasten niet geneigd zijn aan te heffen: ‘Waar kan men beter zijn, dan bij zijn beste vrienden?’ Dan moet er wel eene prettige, geanimeerde kermisdrukte heerschen, waarbij de deelnemers een onverstoorbaar goed humeur bewaren. Zeker zal dat zijn, wanneer men niet te veel offers aan De Geesel der Eeuw [= het drankmisbruik], die zoo gaarne de gemoedelijke stemming stoort en tot vechtpartijen stookt. Dat iedereen dan op zijne hoede zij!” Zo’n twee jaar later berichtte de krant over de kermis: “Zondag aanstaande is het hier kermis. Er worden niet minder dan 10 vette varkens en 4 vette runderen ter slachtbank geleid. De herbergiers hebben de kelders goed voorzien van allerhande dranken. Gebrek aan het noodige voor den innerlijken mensch zal er dus niet zijn. Wij wenschen allen eene pleizierige kermis, met de vurige hoop, dat deze een gunstigen afloop mag hebben.”

Blijkbaar waren de kermissen in Son (en waarschijnlijk ook die in Breugel) zo rond 1900 vooral een eet- en drinkfestijn. Over kermisattracties werd met geen woord gerept. Ook in het fotoarchief van de Erfgoedvereniging zijn geen foto’s te vinden waarop een attractie van vóór 1940 staat. Alleen op bijgaande foto (foto 10427) is op de Breugelse kermis van 1938 een stukje van een kermiswagen te ontwaren. Er zullen dus in de loop der jaren wel wat attracties te zien zijn geweest maar veel zal het niet voorgesteld hebben.

Blijkbaar waren de kermissen in Son (en waarschijnlijk ook die in Breugel) zo rond 1900 vooral een eet- en drinkfestijn

Dat er steeds meer behoefte kwam aan meer activiteiten, bleek in 1933 toen op voorstel van raadslid Wijns besloten werd nog dat jaar “een echte kermis met tenten” in te voeren. Of dit doorgang heeft gevonden is twijfelachtig gezien de slechte economische toestand. In 1938 deed raadslid Ramakers (een bewoner van Philipswijk) een nieuwe poging te zorgen voor meer reuring op de kermis. Hij pleitte voor dansmuziek tijdens de kermis, want “waar gedanst wordt, gaat de rijpere jeugd zich niet aan drank te buiten”. Burgemeester Schoepp had zelf principieel niets tegen dansen, maar hij had rekening te houden met de beginselen van anderen. “Ongetwijfeld heeft dansen een gevaarlijke morele kant en het is de vraag of drankmisbruik wordt tegengegaan.” Akkoord gaan met het voorstel was vragen om problemen met pastoor Van Esch en kapelaan Van Hussen, met wie Schoepp toch al niet zo goed kon opschieten. Het feest ging dus niet door.

In omliggende dorpen kon wel, wat in Son en Breugel onmogelijk leek. Neem bijvoorbeeld Sint-Oedenrode, daar stonden in 1923 al de volgende vermakelijkheden op het programma: stoomcaroussel, luchtschommel, schiettent, nougatkraam, werptent, circusvariété, elektrisch visvermaak, schouwburgtent, caroussel, suikerkraam, galanteriekraam, gebakkraam, slagmachine, viskraam en verder vele suikerwerk- en fruitkramen terwijl er op een zestal plaatsen gelegenheid was tot dansen. Daar kon Son en Breugel bij lange na niet aan tippen. Pas na de oorlog gaat er een andere wind waaien. Op de kermis van 1946 kon gedanst worden. Bij café De Gouden Leeuw kwam een danstent te staan waar een prachtig Mortierorgel en het orkest The Hobby Stars zorgden voor de muziek en de juiste stemming. De stemming bij de clerus zal minder zijn geweest.

Frans Wilbrink.